Goed voor de economie

Toegegeven, het is een oneliner die aandacht trekt: dure geneesmiddelen zijn goed voor de economie. Sommige geneesmiddelen inderdaad wel. De aangehaalde voorbeelden, reumageneesmiddelen en medicijnen tegen migraine, kunnen een rol spelen om het aantal ligdagen in het ziekenhuis te beperken. Ze kunnen er ook voor zorgen dat mensen met reuma of migraine zich minder vaak ziek hoeven te melden van hun werk.

Het probleem is alleen dat het in de discussie over dure geneesmiddelen niet alleen over die twee ziekten gaat. Het gaat ook – en vooral – over kanker. In de berichtgeving zoals die nu wordt gepresenteerd, lijkt dat aan de aandacht te ontsnappen. Dat is spijtig, want juist in de oncologie zitten veel ontwikkelingen in de pijplijn. Het gaat daarbij om middelen die een substantiële levensverlenging kunnen bieden maar die ook buitengewoon kostbaar zijn.

Zijn ze goed voor de economie? Dat lijkt me een onderzoek waard. Daarbij zou ik dan willen weten hoeveel patiënten die deze middelen krijgen voorgeschreven nog in het arbeidsproces zitten. En hoeveel mensen met kanker graag weer aan het werk zouden willen, maar daarin om welke reden dan ook onvoldoende slagen. Een organisatie als Re-turn is niet voor niets ontstaan. Op de site lezen we: “In de gezondheidszorg staan de behandelingen centraal en wordt over werk vrijwel niet gesproken. Zo gebeurt het dat mensen maanden of jaren uit het arbeidsproces zijn, ook na het afronden van de behandelingen in het ziekenhuis.” Als dat definitief opgelost wordt en als dure geneesmiddelen daarin een doorslaggevende rol spelen, dán kun je inderdaad zonder verdere nuancering stellen dat dure geneesmiddelen goed zijn voor de economie ja.

Delen