Good Governance
De Mededingingswet schrijft voor dat ondernemers niet gezamen-lijk mogen onderhandelen aangezien de consument daar slechter van zou worden. Want als ondernemers dat doen leidt dat tot hogere prijzen, minder kwaliteit en minder innovatie. Aldus de toezichthouder. Ik plaats hier enkele vraagtekens bij.
Een van de opmerkelijke aspecten van deze wetgeving is dat de overheid hiermee dicteert dat er een vrije markt dient te ontstaan. Maar de laatste ‘partij’ die je verwacht op of bij een vrije markt is de overheid.
Ik schakel over naar een ander rechtsgebied. Het kabinet was aanvankelijk van plan een wetsvoorstel in te dienen genaamd ‘Goed Bestuur in de Zorg’ met daarin onder meer voorschriften hoe het onafhankelijk toezicht bij zorginstellingen dient te worden geregeld.
De brancheorganisaties in de zorg hebben echter zelf al normen uitgewerkt op dit gebied, in de zorgbrede governancecode. Voor de zorgaanbieders die daarbij zijn aangesloten, geldt ‘comply or explain’. En kleine organisaties krijgen dispensatie. Mogelijkheid tot maatwerk dus, rekening houdend met wat in de praktijk wenselijk is.
De laatste ‘partij’ die je verwacht op een vrije markt is de overheid
Het kabinet heeft hier een verstandige stap gezet. Gezien de gewenste balans tussen regelgeving door de overheid en de eigen verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder wordt namelijk afgezien van het indienen van het wetsvoorstel. In plaats daarvan heeft het kabinet een aantal speerpunten ontwikkeld, waaronder het aanscherpen van verantwoordelijkheden over en weer van bestuurders en toezichthouders en het stimuleren van (debat over) goed bestuur. Kortom, alle ruimte voor de sector om waar nodig verbeteringen door te voeren, bijvoorbeeld door de governancecode te verbreden zodat deze ook beter toepasbaar wordt bij zorggroepen en andere organisaties in de eerstelijnszorg.
Stel dat het kabinet een soortgelijke manoeuvre maakt op het gebied van de Mededingingswet, door bijvoorbeeld collectief onderhandelen van zorgaanbieders met zorgverzekeraars weer mogelijk te maken, en we beschouwen het kabinet ook als een onderneming, dan zeg ik: dat gaat de goede kant op, dit is een voorbeeld van ‘good governance’.