Googles auto
Zelfrijdende auto’s hebben al miljoenen kilometers gereden, met gemiddeld eenmaal per 300.000 km een ongeluk. Zo veilig rijden weinig menselijke autorijders, aldus Sebastian Thrun, de grote man achter Googles zelfrijdende auto, vorige maand bij een bezoek aan Nederland. Hij liet indrukwekkende filmpjes zien van auto’s die voetgangers ontwijken en over smalle bergweggetjes hun route vinden.
De Amsterdamse binnenstad is van een ander kaliber
Op de zonnige Californische snelwegen, waar de meeste kilometers zijn afgelegd, werkt het allemaal prachtig. Maar Mumbai of de Amsterdamse binnenstad zijn van een ander kaliber. “India zal lastig zijn”, moest ook Thrun toegeven. Het zijn plekken waar niet de verkeersregels gelden, maar het recht van de dapperste. In de Indiase miljoenenstad persen auto’s zich al toeterend in kleine gaatjes, in Amsterdam vindt een constant steekspel plaats tussen fietsers, voetgangers en auto’s. Wie daar rijdt zoals het hem of haar geleerd is, komt geen centimeter vooruit. Er zijn beelden van fietsers die plagerig in trackstand balanceren vlak voor een zelfrijdende auto, die geen andere keus heeft dan te wachten tot de weg weer vrij is. Een menselijke bestuurder zou de fietser allang hebben weggedrukt.
Om mee te kunnen in het verkeer, moet de automaat het lef hebben om over een doorgetrokken streep te rijden of snel door oranje te rijden omdat achteropkomende auto’s gevaarlijk dichtbij zijn. De nieuwste experimentele modellen van Google hebben een speciale knop om harder te rijden dan is toegestaan, zo verried Thrun. Want anders kom je ook in Californië niet met het verkeer mee. Straks komt er misschien ook nog een schakelaar om fietsers langzaam opzij te duwen en een toets om door rood te rijden. Eigenlijk waren een stuur en een gaspedaal nog niet zo onhandig om dat allemaal te regelen.