Handen af

Het Nederlandse zorgstelsel voor de curatieve zorg is in internationaal perspectief relatief doelmatig, maar het kan nog doelmatiger, stelt het Centraal Planbureau. En het komt hiervoor met enkele voorstellen die niet alleen welkom en werkbaar zijn, maar die ook nog eens binnen het huidige stelsel kunnen worden uitgevoerd. Drie van de vijf voorstellen die het CPB doet, kunnen in feite worden gelezen als impliciete verwijten aan de overheid. Een opvallend gegeven in het licht van het feit dat de overheid in 2006 een stelsel van gereguleerde marktwerking invoerde en dus meer verantwoordelijkheid bij ‘het veld’ wilde leggen.

De overheid moet een regierol nemen in het standaardiseren van informatie over de kwaliteit van zorg, zegt het CPB bijvoorbeeld. Die rol hád de overheid ook al lang kunnen spelen, als ze het Kwaliteitsinstituut veel eerder in stelling had gebracht. Met andere woorden: als ze kwaliteit als het uitgangspunt voor de stelselherziening had genomen in plaats van als het sluitstuk.

Het CPB stelt verder dat zorgpolissen minder complex moeten worden. Vorig jaar kondigde minister Edith Schippers van VWS in het licht van de artikel 13 discussie de budgetpolis aan. Nu pleit ze weer voor een polis die de verzekerde een korting (tot maximaal 100 procent) op het verplicht eigen risico biedt. Vooraf nadenken over de vraag, als we een stelsel van gereguleerde marktwerking wensen welke polissen passen daar dan het best bij, was handiger geweest.

Als derde punt stelt het CPB dat de marktmacht van de ziekenhuizen moet worden ingeperkt. En inderdaad, het aantal ziekenhuisfusies is de afgelopen jaren – met goedkeuring door de overheidsorganen die hierover gaan – wel erg hoog geweest.

Eigenlijk zegt het CPB dus gewoon: overheid, laat het veld nou eens zijn werk doen.

Delen