Het blijft complex

Opnieuw is het in Amerika’s Congres niet gelukt om Obamacare te vervangen. Dit keer ging het mis in de Senaat, waar maandag vier dissidente Republikeinen verhinderden dat de Better Care Reconciliation Act (BCRA) überhaupt in stemming kwam. Hierdoor moest dit voorstel, dat miljoenen armere en oudere Amerikanen hun (betaalbare) gezondheidszorg zou ontnemen, tot nader order worden ingetrokken.

Hoe dit nu verder gaat, is volstrekt onduidelijk – en de ontwikkelingen in Washington DC volgen elkaar letterlijk op van uur tot uur. Ook het plan om Obamacare dan maar gewoon af te schaffen zónder meteen een nieuwe wet ter vervanging, lijkt niet al te veel kans te maken. (Ook al kan dit morgen alweer anders zijn.) Maar als we nu toch een balans opmaken, springt één hoofdlijn in elk geval naar voren.

‘Waarheid overwint’

Sinds de verkiezing afgelopen november van Donald Trump, en van Republikeinse meerderheden in beide huizen van het Congres, lijken in de Amerikaanse politiek ‘feiten’ hun betekenis te zijn kwijtgeraakt. Of het nou gaat om Trumps Russische connecties, over klimaatpolitiek, over immigratie of gezondheidszorg: over alles wordt gelogen. Met als tactische idee hierachter dat de loyaliteit van de achterban van zowel Trump zelf als van de Republikeinse Partij zodanig sterk is, dat liegen gewoon ongestraft blijft.

Maar wat nu rond Obamacare blijkt, is dat ook ‘feitenvrije politiek’ zijn grenzen kent. Die hebben in dit geval te maken met één fundamentele contradictie in de Republikeinse positie, waarvoor eigenlijk geen oplossing denkbaar is. Een groot deel van de Republikeinse achterban bestond vorig jaar uit blanke kiezers met lagere- tot middeninkomens die in de allereerste plaats werden gedreven door etnisch ressentiment en chauvinisme. Dat ze hiermee een politieke kongsi aan de macht hielpen met heel andere, eigen agenda, namelijk de overdracht van jaarlijks honderden miljarden belastingdollars aan Amerika’s aller-aller-rijksten, werd hierbij óf op de koop toegenomen; óf werd simpelweg door die kiezers, niet het meest slimme deel der natie, (nog) niet doorzien.

Die miljarden zullen voor een belangrijk deel moeten komen uit belastingen en subsidies die nu nog onderdeel zijn van Obamacare. Uit regelingen dus die de financiering mogelijk maken van bijvoorbeeld zorgtoeslagen voor mensen met lagere inkomens, en van de uitbreiding van het Medicaid-programma van gezondheidszorg voor de állerlaagste inkomens.

Dat deze operatie nu opnieuw niet blijkt te lukken, vanwege verdeeldheid binnen de Republikeinse Partij zelf, kan worden gezien, aldus deze analyse in The New York Times, als een ‘Victory for the Truth’. Je kunt nog zo veel willen liegen en misleiden, maar een (belasting)dollar kan je maar één keer uitgeven. En als je die afneemt van juist de mensen wier stemmen de doorslag gaven voor je eigen politieke machtspositie, creëer je hiermee het risico dat die mensen je in de steek gaan laten. En omdat er volgend jaar november alweer nieuwe verkiezingen zijn, voor een deel van de Senaat en voor het hele Huis van Afgevaardigden, wordt dat risico al snel actueel.

Tot zover deze balans, die eerder een (stevige) herbekrachtiging is van al eerder gemaakte analyses, dan een compleet nieuwe uitleg van wat er in de VS aan de hand is. Maar het complete verhaal is dit nog niet. Daarom volgen hier nog een paar aanvullingen, ontleend aan commentaren en berichten van de afgelopen dagen in (niet-feitenvrije) Amerikaanse media.

‘You know nothing’

Een kwaadaardige beleidsagenda is één ding – maar gaat niet vanzelf samen met de kennis van zaken en het strategisch inzicht die nodig zijn om die ook echt te realiseren. En ook dit, schrijft hoogleraar economie en Nobelprijswinnaar Paul Krugman in The New York Times, is de afgelopen dagen duidelijk geworden. Eerder al had Donald Trump laten weten dat ‘nobody knew health care could be so complicated’. Hetzelfde geldt nu, vindt Krugman, voor de Republikeinse leiding in de Senaat, die van tevoren permanent blind is gebleven voor de politieke kosten die afschaffing van Obamacare met zich mee zou brengen. (Peilingen laten zien dat Obamacare op dit moment populairder is dan ooit.) ‘Truly, Republicans, you know nothing’, schrijft Paul Krugman, ‘and it’s finally starting to matter.’

Ook verzekeraars nu tegen

Diezelfde domheid en onwetendheid laten zich aflezen aan de omvang en kracht van de oppositie vanuit het Amerikaanse zorgveld tegen de anti-Obamacare-plannen. Grote organisaties van zorgaanbieders – artsen, ziekenhuizen, verpleegkundigen – waren al langere tijd vierkant ‘tegen’, maar voor één partij gold dit tot nu toe niet. De grote zorgverzekeraars zouden bij doorvoering van de Republikeinse plannen kunnen rekenen op een aantal stevige (belasting)voordelen, en bleven hierdoor buiten die oppositionele coalitie. Maar de laatste versie van het wetsvoorstel dat afgelopen maandag moest worden teruggetrokken, bevatte ook voor de zorgverzekeraars elementen die volstrekt onaanvaardbaar waren – wat ze ook meteen duidelijk lieten blijken. Inhoudelijk complexe materie, maar wel met grote politieke impact.

Democraten medeschuldig?

Een heel eigen geluid vinden we bij Megan McArdle, eigenzinnig commentator bij Bloomberg View en niet in één politieke hoek vast te pinnen. Zij legt de verantwoordelijkheid voor de impasse van Amerika’s zorgpolitiek bij beide grote politieke partijen. Dus óók bij de Democraten, die in 2010 met Obamacare een stelselwijziging doordrukten met een aantal ingebouwde mankementen die juist de afgelopen tijd steeds ernstiger blijken. Dit zou vooral gelden voor de invoering van een individuele verzekeringsplicht, die tot nu toe meer problemen dan oplossingen heeft opgeleverd.

Niet iedereen is het op dit punt met McArdle eens. Hoofdredacteur Ezra Klein van Vox schetst een precies tegenovergesteld beeld, ‘Obamacare repeal is flailing because Obamacare is working’. En hoe ‘complex’ inderdaad die (Amerikaanse) gezondheidszorg is, blijkt wel uit dit totale verschil van inzicht tussen twee journalisten met beiden een reputatie van deskundigheid en integriteit.

‘Repeal still alive’

Dat laatste geldt ook voor Matthew Yglesias, eveneens verbonden aan Vox, die afgelopen maandag reageerde met de conclusie dat de Better Care Reconciliation Act dan inderdaad wel ‘dood’ mag zijn, maar dat ‘Obamacare repeal is still alive’. Van de vier Republikeinse senatoren die de BRAC om zeep hebben geholpen, door hun eigen partij op te zadelen met een minderheid van maar 48 van de 100 stemmen in de Senaat, deden dit er drie omdat ze vonden dat dit wetsvoorstel nog niet vér genoeg ging in het ontmantelen van betaalbare gezondheidszorg voor iedereen.

Tegelijk zijn er in de Senaat, schrijft Matthew Yglesias, wel degelijk ook ‘gematigde Republikeinen’, die juist moeite hebben met een te rigoureuze afbraak van Obamacare. En we weten ook niet hoe die laatsten uiteindelijk zouden hebben gestemd als hun rechts-radicale partijgenoten hen niet vóór waren geweest bij het neerschieten van de BCRA. Maar tot nu toe leert de ervaring, schrijft Matthew Yglesias, dat als het er uiteindelijk écht op aan komt, en de eenheid binnen de partij op het spel staat, het die Republikeinse gematigden zijn die buigen, en niet de rechtse hardliners. En als er één ding is dat die laatsten nooit van hun politieke leven zullen opgeven, dat is dat: die mega-belastingverlaging voor de ultra-rijken. En die kan alleen maar gefinancierd worden door afschaffing van Obamacare – dus nieuwe pogingen gaan volgen.

Delen