Het goede voorbeeld
De Belastingdienst kan het niet leuker maken, de Inspectie voor de Gezondheidszorg wel. Voor de inspecteurs tenminste. Inspecteur-generaal voor de gezondheidszorg Ronnie van Diemen stelt (in het AD) dat de onaangekondigde bezoeken die de Inspectie steeds vaker in de gehandicapten- en ouderenzorg doet ‘een verrassend leuke’ en goede manier zijn om toezicht te houden. Of de bestuurders van die instellingen ook denken “Ha leuk, daar heb je de Inspectie”, is natuurlijk de vraag.
Gelukkig constateert Van Diemen wel dat bestuurders nu veel opener zijn richting Inspectie dan in het verleden en dat ze betere contacten hebben met de werkvloer. Zo zou het wel moeten zijn in ieder geval. Het is een goede ontwikkeling als bestuurders zich kwetsbaar durven opstellen en de deur open durven te gooien voor extern toezicht.
Natuurlijk zijn er nu critici die stellen dat de Inspectie met het bericht over het succes van die onaangekondigde bezoeken zijn stoepje schoon probeert te vegen, nadat ze in het recente verleden minder positief in het nieuws is geweest. Toch voel ik mij persoonlijk meer thuis bij de stellingname van PvdA-Kamerlid Lea Bouwmeester, die op Twitter stelt dat het interview met Van Diemen vertrouwen schept in de nieuwe koers van de Inspectie. Als die in het verleden minder gelukkig is geweest, toont de Inspectie met deze nieuwe koers in ieder geval dat ze zelf doet wat ze van zorgaanbieders verwacht: leren van het verleden.