Het L-woord

Moeten alle medisch specialisten in loondienst? Het eerste kabinet Den Uyl boog zich al medio jaren zeventig over deze vraag. En nu doen 43 economen het, via een enquête van Me Judice en NRC Handelsblad. Zestig procent zegt: loondienst is beter, want de vrijgevestigden zijn als ondernemers gebaat bij meer verrichtingen.

Zelf werkte ik dertien jaar in loondienst en nu twaalf jaar als ondernemer. En inderdaad, ik doe nu meer ‘verrichtingen’ (schrijfwerk in mijn geval) dan ik vroeger in loondienst deed. Ik moet mijn eigen broek ophouden, en dus zeg ik net als mijn collega’s niet graag ‘nee’ als iemand belt. Stel je voor dat die beller zo’n collega belt en dat bevalt goed, dan ben ik een opdrachtgever kwijt. Dus neem ik ook niet zo snel een vrije dag, en meld ik me niet gauw ziek als ik me niet lekker voel. Ik ben optimaal productief en doe een minimaal beroep op de collectieve lasten.

De omzet die ik nu maak, is hoger dan het loon dat ik vroeger kreeg. Maar ik heb wel bedrijfskosten die ik in loondienst niet had, zoals een kantoor en een arbeidsongeschiktheids- en aansprakelijkheidsverzekering. Bovendien spaar ik mijn eigen pensioen en vakanties bij elkaar. Daaraan betalen mijn opdrachtgevers niets. Sterker nog: ze betalen mij helemaal niets op momenten dat ik geen werk voor hen doe.

Ik weet het, ik ben geen medisch specialist en word niet betaald uit collectieve middelen. De vergelijking gaat mank. Maar om met Den Uyl te spreken: we moeten twee dingen goed begrijpen. Eén: dat loondienst niet de ultieme oplossing is in de discussie over de medisch specialisten. En twee: dat ondernemerschap ook niet zaligmakend is. Met andere woorden: het ligt zo verdomd genuanceerd allemaal. Geen wonder dat die discussie al bijna veertig jaar duurt.

Delen