Het voordeel van de twijfel
Als de emoties hoog oplopen, laten politieke partijen zelden een kans liggen om in te haken op het onderwerp dat die emoties veroorzaakt. De gezondheidszorg is hierbij een dankbare kapstok, en het Maasstadziekenhuis is door alle commotie die daar is ontstaan het perfecte slachtoffer. SP-Kamerlid Henk van Gerven krijgt – en neemt – dan ook alle ruimte om de benoeming van Peter Weeda tot interim-bestuurder van dit ziekenhuis tot de grond toe af te branden. Hij heeft gefaald als toezichthouder en is bovendien een ‘beruchte graaier’, stelt Van Gerven.
Het probleem met zulke uitlatingen is dat ze op geen enkele manier oplossingsgericht zijn. Van Gerven lijkt te vergeten dat Weeda niet komt om een nieuw ziekenhuisbeleid voor de komende jaren vorm te geven, maar om puin te ruimen en te zorgen dat het ziekenhuis weer verder kan. De situatie in het ziekenhuis is dermate ernstig dat snel ingrijpen vereist is. Is Weeda daarvoor de ideale man? Misschien niet. Maar wel de man met de juiste dossierkennis om binnen vier tot zes maanden orde op zaken te stellen. Vanuit die optiek is het verdedigbaar dat het ziekenhuis besloot af te wijken van de governancecode, die stelt dat een toezichthouder niet binnen drie jaar na beëindiging van deze functie mag toetreden tot de raad van bestuur.
Een terechte vraag van Van Gerven was geweest: “Is de heer Weeda bereid zijn werk onder verscherpt toezicht uit te voeren?”. Maar Weeda zelf is natuurlijk ook niet helemaal vrij te pleiten. Hij had echt wel door dat zijn benoeming niet onomstreden was. En hij had veel vertrouwen kunnen winnen door zelf te vragen om een toezichthouder die over zijn schouder meekijkt. Maar een kans verdient hij.