Het ziekenhuis uit

De Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZOJP) vraagt van medisch specialisten dat ze uit hun comfortzone komen. Dat ze taken overdragen, dat ze digitale middelen inzetten, maar óók dat ze soms letterlijk een stap buiten het ziekenhuis zetten. “Ik hoop op een werkstation bij de huisarts.” 

Tekst: Martijn Reinink  | Beeld: Tamar Smit

Radioloog Thomas de Weert (48) heeft zojuist een drain ingebracht bij een palliatieve patiënt in de laatste levensfase. Niet in Amphia waar hij werkt, maar bij de patiënt thuis. “Was hij met een ambulance hierheen gebracht, dan was ik met tien minuten klaar geweest. Nu kostte het me een uur, maar ik lever er graag mijn lunchpauze voor in. Wat ik ervoor terugkrijg, de dankbaarheid van de patiënt, van de familie, zorgt voor buitengewoon veel voldoening.” Sinds een half jaar doet De Weert één à twee keer per maand zo’n interventie in de thuissituatie, net als oncologen, geriaters en longartsen die bij het programma Palliatief Thuis zijn betrokken. Wat de Amphia-radiologen al langere tijd doen, is echografie bij de huisarts. “Inmiddels drie dagdelen per week, afwisselend bij zo’n zeven praktijken. Dan doen we tot twintig echo’s op een ochtend. Echo’s die we voorheen in het ziekenhuis deden en waarbij we 80 procent van de mensen gerust kunnen stellen.” 

De radioloog probeert collega-specialisten uit andere disciplines ook te interesseren voor zo’n stap naar de eerste lijn, maar zij zijn vooralsnog ‘huiverig’. “Bezwaar is dat de diagnostiek nooit zo goed kan zijn als in het ziekenhuis en ze vrezen dat ze de spreekuren niet vol krijgen.” Daar liep De Weert zelf in het begin ook tegenaan. “Het eerste mobiele echoapparaat dat we gebruikten, was een stuk minder dan wat we in het ziekenhuis gewend zijn, maar dat kun je optimaliseren. Nog steeds hebben we niet de duurste high-endapparatuur, maar het niveau volstaat. En met de patiënten van één huisartspraktijk zat het spreekuur niet vol, maar wij hebben de huisartsen in de regio nu zover dat ze horizontaal verwijzen, en dan zit het wél vol. Er is behoorlijk wat diagnostiek die van oudsher in het ziekenhuis plaatsvindt, maar prima in een goedkopere omgeving kan. Ik vind het onze verantwoordelijkheid om die mogelijkheden te onderzoeken.”

Behapbare consulten 

Met die instelling deed Denise Pelikan (49), gynaecoloog in het Haaglanden Medisch Centrum (HMC), ruim twee jaar geleden mee aan een pilot waarbij zij een gynaecologisch spreekuur hield bij huisartspraktijken in Den Haag. “Ik vind dat je moet meeveren met dit soort ontwikkelingen”, zegt zij. “Zelf erin duiken, ervaren hoe het is, zodat je kunt meepraten.” Tijdens de pilot ontdekte de gynaecoloog welke consulten zich lenen voor zo’n spreekuur. “We moeten op een ochtend voldoende patiënten zien, anders is het niet rendabel. Omdat de tijd per patiënt beperkter is dan in het ziekenhuis, moeten het behapbare eerste consulten zijn; vraagstellingen die we met een echo kunnen beantwoorden.” 

De uitkomst was ‘ruim voldoende’ om de pilot een vervolg te geven. Inmiddels houden gynaecologen uit het HMC beurtelings een ochtend spreekuur bij grotere huisartspraktijken. Kleinere praktijken verwijzen horizontaal. “Zo voorkomen we toch een behoorlijk aantal ziekenhuisbezoeken”, stipt Pelikan aan. “Het is laagdrempelig voor de patiënt én brengt een betere samenwerking tot stand tussen de huisartsen en ons. In het kader van onderwijs kunnen we iets betekenen, er kunnen andere projecten uit voortkomen.” Over ‘de korte lijn met de huisarts’ is ook De Weert positief. “Aanvankelijk dachten we dat huisartsen misschien wat makkelijker een echo zouden aanvragen, omdat we er toch zijn, maar het tegendeel is waar: ze vragen minder echo’s aan. Ik denk omdat de interactie tussen de huisarts en ons nu beter en directer is.” 

E-coaching 

Het zijn voorbeelden die passen bij de essentie van de Juiste Zorg op de Juiste Plek (zie kader). Al hoeft de medisch specialist niet altijd zelf de kliniek te verlaten om ziekenhuiszorg te verplaatsen en/of te voorkomen. Zo heeft longarts Paul Bresser (63) er in het OLVG met e-coaching voor gezorgd dat COPD-patiënten veel minder vaak naar het ziekenhuis (hoeven te) komen. “Ik zag te veel patiënten onnodig voor reguliere controles, en ik zag ze te laat als er echt iets was. Daarom hebben we samen met een e-healthpartner een coach-app ontwikkeld, waarbij de patiënt zelf meer de regie voert en wij op afstand monitoren. Als de situatie stabiel is, blijft iemand thuis. Gaat het niet goed, dan hebben we iemand ogenblikkelijk in beeld. In 2017 zijn we begonnen, nu gebruikt ruim 30 procent van onze COPD-patiënten actief de app. Deze is inmiddels doorontwikkeld en ook beschikbaar voor astma- en longkankerpatiënten.”

Door minder complexe zorg buiten de deuren te houden, neemt het aandeel complexe zorg in het ziekenhuis automatisch toe. “De ene specialist is daar blij mee, voor de ander is het wennen”, constateert Bresser. “Ik zie nu alleen nog maar patiënten op het spreekuur die er niet voor niks zijn. Dus sta je continu op scherp. Iemand snel wegwerken en een kop thee drinken of met een patiënt over de kleinkinderen praten, dat is er niet meer bij.” Toch zou de longarts niet terug willen naar de oude situatie. “Ik zie nog veel meer mogelijkheden. Denk aan inhalatoren met een chip, gekoppeld aan de coach-app, of longfunctiemetingen thuis. Maar het is vaak lastig om dit soort ontwikkelingen gefinancierd te krijgen.” 

JZOJP

Het voorkomen van (duurdere) zorg, verplaatsen van zorg (en rondom mensen organiseren) en vervangen van zorg (door inzet van slimme zorg en e-health). Dat is de essentie van de Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZOJP). Op dejuistezorgopdejuisteplek.nl zijn voorbeelden te vinden, evenals relevante links en documenten, zoals informatie over subsidiegelden. Meer weten over de Vliegwiel-coalitie: vliegwielcoalitie.nl.

De Weert is aan het kijken wat de radiologen nog meer kunnen doen bij de huisarts. “Misschien röntgenonderzoek, infiltraties in gewrichten, in slijmbeurzen. Ik hoop dat we een werkstation krijgen bij de huisarts.” Voor gynaecologen is dat niet aan de orde. Pelikan:“Hoe je de overbrugging naar de huisarts kunt maken, verschilt per discipline. Wij kunnen niet op afstand iets beoordelen. We doen vaak lichamelijk onderzoek, bespreken adviezen uitgebreid met een patiënt. Daar hebben we de tijd niet voor bij de huisarts. Bovendien hebben we bij meer complexe zorg ook adequate ondersteuning nodig en kunnen we niet zonder de apparatuur en infrastructuur van het ziekenhuis.” 

Met de ‘behapbare consulten’ die de gynaecologen wel doen, besparen ze de nodige patiënten toch de gang naar het ziekenhuis, zoals de echo’s van De Weert en de coach-app van Bresser dat ook doen, en daarmee sparen zij dus ook ziekenhuiskosten uit. Voor instellingen die ‘naar krimp bewegen’, stellen zorgverzekeraars 425 miljoen euro aan transformatiegelden beschikbaar in de periode 2019 t/m 2022. “Daar kunnen we meestal wel een beroep op doen, maar eigenlijk zou de hele financiering op de schop moeten”, stelt Bresser die ook deel uit maakt van de stuurgroep van de Vliegwiel-coalitie ‘voor digitale transformatie in de zorg’. 

‘Doordat ik patiënten uit het ziekenhuis hou, verdien ik minder’

“We zien dat steeds meer dokters er klaar voor zijn, maar dat is nog niet zo voor alle organisaties. De kosten gaan voor de baten uit. Dat geldt voor telemonitoring en e-coaching, maar evengoed voor andere initiatieven waarbij ziekenhuiszorg wordt voorkomen of verplaatst. Door de inzet van de coach-app heb ik minder controles en opnames. Hierdoor verdien ik minder, want ik word per verrichting betaald, en ik ben nu meer tijd kwijt aan complexe zorg. Dat je daar minder voor krijgt, is gek. Geen goede incentive. We moeten naar een vorm van financiering waarbij niet het aantal verrichtingen, maar de kwaliteit wordt betaald. Een financiering die de medisch specialist
stimuleert om digitale middelen in te zetten of op andere manieren zorg te verplaatsen of te voorkomen.”

In eigen tijd

De anderhalvelijnsconsulten die De Weert en Pelikan doen, lopen via zorgbedrijf Pluhz, een soort intermediair die alles regelt: de logistiek, de boekingen, de apparatuur, de declaraties. “De vergoedingen zijn lager dan de bedragen die het ziekenhuis kan declareren”, zegt De Weert, “maar ik ga ervan uit dat zorgverzekeraars de prijs aanpassen nu ze zien wat het kan opleveren.” Echografie bij de huisarts en het bezoeken van een palliatieve patiënt thuis doet De Weert in zijn eigen tijd. Dat betekent dus ook dat het ziekenhuis deze echo’s niet meer kan declareren. “Het ziekenhuis is blij dat we onnodige opnames voorkomen. Bovendien gaat het om een beperkt budget, dat beter aan de high-endzorg besteed kan worden.”

Delen