Huisbezoek

Vorig jaar gaf inspecteur-generaal Ronnie van Diemen in een interview aan hoe belangrijk voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg de positie van de cliëntenraad is voor de kwaliteit van het verpleeghuis. “Juist de leden van de cliëntenraad zijn heel goed in staat om de beelden te geven van wat zij als menswaardige zorg beschouwen”, zei ze.

Met het huidige kabinetsbeleid komen mensen ook bij toenemende kwetsbaarheid niet meer zo snel in het verpleeghuis terecht. Ze blijven langer in hun vertrouwde omgeving wonen en ontvangen daar de zorg die ze nodig hebben. Cliëntenraden bestaan echter voor deze situatie niet. Het is dus logisch dat de Inspectie de lijn van haar kwaliteitstoezicht in de verpleeghuizen doortrekt naar de thuissituatie van deze mensen door hen rechtstreeks te betrekken bij haar toezicht op de zorg thuis.

De beschrijving van de werkwijze die de Inspectie hiervoor kiest, laat zien hoe gedegen ze hierbij te werk gaat. Het gaat om een tweedaags toezichtbezoek waarbij de Inspectie niet alleen aan de hand van vijf thema’s gesprekken voert met de organisatiebesturen, maar ook meegaat met de wijkverpleegkundigen tijdens hun dienst en in gesprek gaat met cliënten. Inspecteur Angelique Schoenmakers licht toe: “Wij kijken bijvoorbeeld of de cliënt, de familie en mantelzorgers goed betrokken zijn geweest bij keuzes met betrekking tot de zorg. We kijken ook of regelmatig wordt geëvalueerd of eerder gemaakte keuzes nog wel aansluiten bij de zorgvraag of verantwoord zijn.”

Met andere woorden: het gaat nadrukkelijk om de zorg in de context van het leven van het individu. Een intensieve manier van toezichthouden, maar wel de enig juiste.

Delen