IJsselminder

In reactie op het faillissement van MC IJsselmeerziekenhuizen zien we de typisch Haagse reflex optreden: in paniek schieten, stellen dat zoiets toch écht niet kan in een beschaafd land als Nederland en oproepen tot strengere regels. ‘Dit mag nooit meer gebeuren’.

Maar waarom mag dit nooit meer gebeuren? Bij de komst van het huidige stelsel zijn afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van zorg. Over maximale aanrijtijden bijvoorbeeld: 45 minuten. Toch zegt Henk van Gerven (SP): “Vanaf Urk is het nu 43 minuten naar het dichtstbij zijnde ziekenhuis. Was dat drie minuten langer geweest dan had de minister móeten ingrijpen en was het personeelstekort geen argument meer geweest”. Een onzinnige opmerking natuurlijk, want de aanrijtijd ís geen drie minuten langer. We hebben die norm van 45 minuten, die wordt niet overschreden en dus mag er welbeschouwd geen discussie zijn.

Denken in termen van oplossingen is constructiever dan in een kramp schieten

In het debat liet ook Fleur Agema (PVV) van zich horen. Zij noemde het systeemdenken van minister Bruno Bruins om te denken dat een extra ambulance op Urk de complicaties tijdens thuisbevallingen wel opvangt als er geen verloskunde in Lelystad meer is. Dit leidde op Twitter tot een even nuchtere als ter zake doende reactie van chirurg Martijn Möllers (@martijnmollers): “Twee woorden triggeren mij in dit betoog: thuisbevallingen en complicaties. Zoals in veel vergelijkbare regio’s zonder ziekenhuizen al gerealiseerd is, is de oplossing vroegtijdig signaleren van mogelijke probleembevallingen en tijdig verwijzen naar een geboortecentrum.” Een verantwoorde aanpak inderdaad, en een die ook in dit geval haalbaar moet zijn. Maar het vereist wel denken in termen van oplossingen om tot een dergelijk vervangend zorgaanbod te komen. Dat is constructiever dan in een kramp schieten, waarin politiek Den Haag gespecialiseerd is. De manier waarop dit de ontwikkeling van de zorg in de weg staat is zorgelijk.

Delen