‘Ik wil de beste zijn’

Bestuursvoorzitter DSW Chris Oomen: ‘Ik zeg de dingen die gezegd moeten worden’

Chris Oomen was het liefst arts geworden. Sinds zijn studie farmacie werkt hij bij de zorgverzekeraar. “Dichter bij de zorg kan ik niet komen.”

Tekst: Andrea Linschoten | Beeld: Nout Steenkamp

Chris Oomen (69), bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar DSW, steekt zijn mening nooit onder stoelen of banken. Vorige maand nog was hij veelvuldig in het nieuws met zijn reacties op de abrupte sluiting van het Slotervaart Ziekenhuisen de IJsselmeerziekenhuizen. Zijn commentaar wordt hem niet altijd in dank afgenomen. “Dat hoort nou eenmaal bij mij”, stelt Oomen. “Ik zeg de dingen die gezegd moeten worden.”

Oomen stoort zich enorm aan de rol die de zorgverzekeraars speelden bij de sluiting van beide ziekenhuizen. Hij begrijpt dat er redenen kunnen zijn voor een faillissement, maar om een ziekenhuis niet geleidelijk af te bouwen maar per direct te sluiten, vindt hij schandalig: “Het is respectloos naar de patiënten om ze met zo veel onzekerheid zo verweesd achter te laten. De zorgverzekeraars maken hier geen goede beurt. Het belang van de patiënt had boven het financiële belang moeten staan.”

‘Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid’

Chris Oomen heeft van jongs af aan een passie voor de gezondheidszorg. Hij wil graag arts worden, maar omdat hij niet tegen bloed kan, is geneeskunde geen optie. Een studie economie of econometrie ligt meer voor de hand, want Oomen is ook gek op cijfers. Op zijn vierde is zijn grootste hobby om met zijn vader sommetjes te maken. “Met rekenen was ik de beste van de school, beter dan de juf”, stelt hij en hij herinnert zich hoe boos hij was toen hij geen 10 op zijn rapport kreeg. “Ik had voor alle proefwerken een 10 gehaald. Maar de juffrouw zei: ‘Een 10 op het rapport is alleen voor God, een 9,5 voor de juf en een 9 voor leerlingen.’ Die 10 voor God kon ik natuurlijk niet aanvechten, maar die 9,5 voor de juf voelde als een grote onrechtvaardigheid.” De juf was niet blij met zijn reactie, maar zo is zijn karakter vertelt Oomen: “Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid.”

Geen uitdaging

Opgegroeid met de studieverhalen van zijn zus en zeven broers die allemaal in Leiden studeren, wil Oomen ook naar deze stad. Omdat er geen faculteit economie is, zoekt Oomen een studie waar hij als bèta toch wat mee kan. Het wordt farmacie, hoewel hij niet echt belangstelling voor het beroep apotheker heeft. “Door de stages in mijn laatste studiejaar wist ik zeker dat het beroep niet bij mij paste. Ik zag er geen uitdaging in. Waarschijnlijk zou ik me alleen maar met de bedrijfsvoering van een keten van apotheken zijn gaan bezighouden.”

Tijdens die stageperiode adviseert de apotheker, die ook bestuurslid is bij de voorganger van zorgverzekeraar DSW, hem bij het ziekenfonds te solliciteren. Oomen volgt zijn advies op, voornamelijk omdat hij hem niet voor het hoofd wil stoten. In 1979 kan hij als adviserend apotheker aan de slag en in zeven jaar tijd klimt hij op via hoofd medische dienst tot voorzitter raad van bestuur.

Ondertussen richt hij, vanuit zijn passie voor cijfers en rekenen, het derivatenhandelaarsbedrijf Optiver op. Oomen noemt Optiver, met 1000 werknemers van 73 nationaliteiten, in zijn soort het beste ter wereld. Met Optiver en de andere bedrijven die hij opricht, vergaart hij zijn fortuin. Daarom kan hij een dure auto rijden en zijn salaris elk jaar weggeven, iets wat vaak wordt aangehaald. Maar dat is niet waar Oomen trots op is: “Voor mij is het niet zo’n groot offer”, zegt hij laconiek. Trots is hij op heel andere zaken. Dat er in de regio twintig huisartsen onder één dak-constructies zijn, en dat er in de stad een verpleeghuis is gered. “Daar heeft DSW aan bijgedragen.”

Trots is Oomen ook op het Daan Theeuwes Centrum, het recent geopende revalidatiecentrum in Woerden dat jongeren met niet-aangeboren hersenletsel intensieve revalidatie biedt. Oomen krijgt een mail van Adriaan Theeuwes over zijn zoon Daan die in Amerika intensieve revalidatie kreeg na zwaar hersenletsel door een scooterongeluk. Deze intensieve revalidatie wordt in Nederland niet aangeboden. Oomen duikt in het onderwerp, steekt zijn licht op bij hoogleraren en samen met Theeuwes en de hoogleraren besluit hij dat er in Nederland ook een centrum moet komen voor deze patiëntengroep. Oomen doet wat hij het beste kan: een onderneming opzetten. Hij neemt een bescheiden positie in: “Bij een goed idee zoek ik er de juiste mensen bij. Uiteindelijk gaat het om de mensen die de klus moeten klaren.” Overigens ziet Oomen het revalidatiecentrum niet als een businessmodel. “De uitdaging is niet zakelijk, het gaat erom dat de mensen weer beter worden en weer in de maatschappij kunnen functioneren in plaats van voorgoed in een verpleeghuis te worden opgenomen.” De bestuursvoorzitter gaat niet vaak in op mails van onbekenden. “Ik laat me nooit leiden door verzoeken, meestal willen mensen er zelf beter van worden. Ik kies zelf mijn doelen.”

Overal boeken

Bij het zakendoen bereidt Oomen zich altijd zeer grondig voor. “Als we met partijen om de tafel zitten, geeft me dat vaak een voorsprong.” Oomen vertelt dat hij zich ook goed kan focussen. Hij stelt vast wat belangrijk is en daarvan wil hij alles weten. Al het andere houdt hij weg. Dat is ook de reden dat hij veel delegeert: “Ik geef mensen verantwoordelijkheid waardoor ze zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Daarmee creëer je een organisatie waarin talent zich kan ontwikkelen en de mensen loyaal zijn.

Wie Oomens kantoor binnenkomt, ziet direct hoe hij zich verdiept in de verschillende onderwerpen. Hij leest. Hij leest veel. Er is niet alleen een wand met boekenkasten, maar overal liggen stapels boeken: op zijn bureau, op de vergadertafel, in de vensterbanken. Her en der steken notitiebriefjes uit een boek. Oomen leest over financiën, de crisis of over bekende personen als Churchill of Trump. “Ik wil mensen en dingen begrijpen. En ik wil gewoon de beste zijn in wat ik doe.”

‘Aan veel van de informatie die nu wordt verzameld, heb je niets. Het is een goede zaak dat ziekenhuizen indicatoren gaan schrappen’

Kwaliteit is belangrijk voor Oomen. Ook in de zorg. Hij vindt een goede registratie van belang om de zorg over te kunnen dragen. “Maar aan veel van de informatie die nu wordt verzameld, heb je niets. Het is een goede zaak dat ziekenhuizen indicatoren gaan schrappen.” Ook zorgverzekeraars vragen in zijn ogen te veel informatie aan zorgprofessionals, zogenaamd om de kwaliteit te bewaken. Oomen: “Maar zorgverzekeraars kunnen geen kwaliteit meten. Als het al niet lukt om de echte onvoldoendes eruit te halen, kunnen we al helemaal niets zeggen over de vijfjes en zesjes.”

DSW pakt de zaken anders aan dan de andere verzekeraars. Als voorbeeld noemt Oomen de fysiotherapeuten. DSW werkt met driejarige contracten, waarbij het tarief jaarlijks wordt geïndexeerd. Keurmerken en de behandelindex legt DSW niet op. Fysiotherapeuten hoeven van DSW ook geen klanttevredenheidsonderzoeken uit te voeren. De behandel- index noemt Oomen volslagen krankzinnig: “Daar kun je geen kwaliteit aan afmeten.” Het benchmarken om de honorering vast te stellen in de ggz kan zijn goedkeuring ook niet wegdragen. Het is de beroepsgroep beloofd dat de benchmark daar niet voor gebruikt zou worden, stelt Oomen.

De bestuursvoorzitter kijkt met bewondering en waardering naar zorgprofessionals, een beroepsgroep waar hij zelf ooit bij had willen horen. “Maar voor dit werk moet je geboren zijn, ik heb er het geduld niet voor. Niet iedereen kan liefdevolle verzorging geven, het is een roeping.” Daarom is Oomen ook van mening dat het personeelstekort in de zorg niet makkelijk op te lossen zal zijn. Meer geld zal wel iets helpen, maar op een gegeven moment zijn er gewoon niet genoeg mensen beschikbaar, is zijn mening.

Eerst huis opruimen

Hoe lang wil Oomen nog blijven werken, nu hij in januari 70 wordt? De bestuursvoorzitter zegt ooit wel een keer te willen stoppen, maar heeft daar nog geen concreet beeld bij. Het opzetten van verschillende bedrijven en de spanning en competitie om de beste te zijn, geven hem veel voldoening. “Het werken tussen veel talentvolle mensen bij DSW houdt me jong.”

‘Als ik iets wil, doe ik er echt alles aan om dat te bereiken’

Hij vindt wel dat hij een druk leven heeft gehad, bij DSW en met zijn verschillende bedrijven. Toch is dat gelukt zonder zijn gezin tekort te doen. “Ik heb altijd erg genoten van mijn kinderen toen ze klein waren en ik heb ook een goede band met ze.” Mocht hij stoppen met werken, dan gaat hij eerst zijn huis opruimen. “Daar heb ik wel een paar containers voor nodig. Ik kan het gewoon niet bijhouden nu.” En hij gaat natuurlijk nog meer boeken lezen.

Oomen wil gezond oud worden en werkt daar hard aan. Zes jaar geleden kreeg hij een klein herseninfarct en sindsdien neemt hij zijn conditie heel serieus, zoals hij dat met alles doet. Hij is dagelijks intensief gaan fitnessen en viel 15 kilo af. Hij traint nu nog drie keer per week om op gewicht te blijven. “Mensen zeggen vaak dat ze geen tijd hebben om te sporten, maar er is altijd tijd.” Het helpt wel dat hij thuis en ook in zijn huis in Spanje kan trainen, geeft Oomen toe. Maar het gaat om prioriteiten stellen. “Ik doe dat misschien wat overdreven, ik kan met maniakaal gedrag dingen najagen. Als ik iets wil, doe ik er echt alles aan om dat te bereiken.”

Delen