Relatie zorgprofessional/-verzekeraar: VvAA onderzoekt verbeterkansen

zorgverzekeraar / VvAA-onderzoek


Vereniging VvAA heeft voor het tweede jaar op rij onderzocht hoe praktijkhoudende zorgprofessionals de relatie met verschillende zorgverzekeraars ervaren. In de (open) antwoorden van apothekers, fysiotherapeuten, huisartsen, psychologen en tandartsen liggen verbeterkansen voor de zorgverzekeraars.

Vertrouwen, inkoopbeleid, contracteerproces, contractinhoud en klantenservice. Over deze onderwerpen vulden bijna 850 zorgprofessionals* een online vragenlijst in waarmee zij hun verschillende ervaringen bij zorgverzekeraars vergelijken.

VvAA faciliteerde dit onderzoek, uitgevoerd door SiRM, met als doel de relatie tussen zorgprofessional en – verzekeraar te verbeteren. Het inzicht in de verschillen kan als startpunt dienen voor een gesprek tussen de partijen, aldus Hans van der Schoot, directeur Vereniging VvAA.

Lastendruk

Administratieve lasten en medische sturing zullen in dat gesprek belangrijke thema’s zijn. Net als vorig jaar geven zorgprofessionals aan deze zaken vaker te ervaren bij de contractvoorwaarden van grotere zorgverzekeraars dan van kleinere. De meerderheid van de apothekers (85%), fysiotherapeuten (70%) en huisartsen (67%) zegt last te hebben van hoge administratieve en organisatorische lasten. Vooral bij fysiotherapeuten en apothekers voelt de druk nog hoger, door de stapeling van voorwaarden van verschillende zorgverzekeraars.

Hoewel de lastendruk verschilt bij kleine en grote zorgverzekeraars, ervaart gemiddeld 40 procent van de praktijkhouders ook bij de best presterende zorgverzekeraar op dit gebied die hoge lastendruk.

Medische sturing

Daarnaast ervaart 50 procent van alle praktijkhouders (zeer) veel ongewenste medische sturing in de contractvoorwaarden. Bijvoorbeeld als het gaat om de keuze voor een bepaalde behandeling of geneesmiddel.

Hans van der Schoot: “Uit de onderzoeksresultaten blijkt een grote variatie in hoe de zorgverzekeraars worden ervaren. Zeker met het groeiende personeelstekort is het zaak dat zorgprofessionals kunnen focussen op hun eigenlijke werk, het verlenen van zorg. Per zorgverzekeraar hebben we daarom de belangrijkste verbeterpunten in kaart gebracht en hen uitgenodigd hier over in gesprek te gaan. Met name voor de inkoopteams kan dit zeer waardevolle informatie zijn.”

Harmonisering van regels

Als mogelijke oplossing tegen de regeldruk opperen praktijkhouders o.a. harmonisering van regels en eisen van de verschillende zorgverzekeraars. Dit wordt ook voorgesteld in het Integraal Zorgakkoord en door VWS-minister Agema.

Worden regels gestandaardiseerd, dan is voor de vraag of dit de regeldruk zal verminderen uiteraard van belang wélke regels dat zijn. Vaak worden de grotere, preferente zorgverzekeraars gevolgd als voorbeeld voor hun processen en dienstverlening. Uit het onderzoek van VvAA blijkt dat praktijkhouders juist de werkwijze van de kleinere zorgverzekeraars vaker als positief ervaren. 

Vertrouwen

Zo wordt in lijn met vorig jaar over en weer het meeste vertrouwen ervaren in, en vanuit, DSW en ONVZ. Deze verzekeraars worden op de verschillende onderwerpen het vaakst als positief voorbeeld gezien. Bijvoorbeeld als het gaat om duidelijkheid van inkoopbeleid, contracteerprocessen en klantenservice.

Ongeveer 60 procent van alle deelnemende praktijkhouders ervaart weinig tot geen vertrouwen vanuit zorgverzekeraars; zelf hebben ze net zo weinig vertrouwen in zorgverzekeraars.

Lees (de samenvatting van) het onderzoeksrapport Van verschil naar verbetering op VvAA.nl

Verschillen per beroepsgroep

In het algemeen hebben psychologen gemiddeld minder negatieve ervaringen dan andere zorgprofessionals. Zo ervaren zij minder medische sturing. Apothekers en fysiotherapeuten rapporteren meer negatieve ervaringen op dat gebied, net als over de genoemde lasten- en organisatiedruk, maar ook over de tarieven.

85 procent van de fysiotherapeuten en 74 procent van de apothekers ervaart dat de basistarieven (gemiddeld genomen over alle zorgverzekeraars) niet toereikend zijn. Apothekers zijn ook ontevreden over de kennis en expertise van medewerkers van zorgverzekeraars. Tandartsen delen dit standpunt.

Huisartsen geven, net als apothekers, regelmatig aan dat het gevoerde preferentie- en hulpmiddelenbeleid leidt tot administratieve en organisatorische lasten. Dit geldt vooral bij de voorwaarden van de vier grotere zorgverzekeraars. Concreet gaat het dan om de verantwoordingsplicht voor huisartsen, al dan niet via voorgeschreven recepten, als wordt afgeweken van het genees- of hulpmiddel dat de voorkeur van de zorgverzekeraar heeft.

Innovatie

Gemiddeld ervaart 81 procent van de deelnemende apothekers, fysiotherapeuten, huisartsen en psychologen dat de afgesloten contracten geen tot onvoldoende ruimte bieden om te innoveren.

Over het onderzoek

In totaal beantwoordden bijna 900 praktijkhouders een groot deel van de vragenlijst over hun ervaringen met DSW, ONVZ, a.s.r., Zilveren Kruis, Menzis Zorg en Zekerheid, CZ, VGZ Salland (Eno) en EUCare (aevitae). Van de ondervraagden is ongeveer 40 procent fysiotherapeut, 35 procent huisarts, 15 procent tandarts, 5 procent apotheker en 5 procent psycholoog.

VvAA geeft aan dat het onbekend is en lastig te bepalen of de resultaten representatief zijn voor álle praktijkhouders. Er kan een bias in het onderzoek zitten vanwege de mogelijkheid  dat vooral praktijkhouders met negatieve ervaringen hebben gereageerd. Ondanks dit gegeven is zichtbaar dat de ervaring van praktijkhouders met de ene zorgverzekeraar beter is dan met de andere. Tussen 2023 en 2024 is er stabiliteit in deze uitkomsten.

Lees ook: Vertrouwen herstellen – huisarts Sophie Brühl – lid van de beweging Help  de huisarts vooruit en initiatiefnemer van Buurtdokters – in gesprek met Jean-Paul van Haarlem – bestuursvoorzitter van ONVZ en bestuurslid bij Zorgverzekeraars Nederland

Delen