In dialoog

De zorginkoop voor de Wet langdurige zorg 2016 is een beetje een proces van vallen en opstaan geweest, blijkt uit de analyse die BMC in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland verrichtte. Dat lag ook voor de hand. De omslag die in de contractering is gemaakt – kortweg: van spreadsheets naar dialoogmodel – was zowel voor de zorgaanbieders als de zorgkantoren groot. Het uitgangspunt voor de dialoog was een beschrijving van ontwikkelplannen van de zorgaanbieders op basis van een zelfanalyse.

Een goed reflectiemoment, stellen de aanbieders in het BMC-rapport, maar het was niet altijd eenvoudig om die ontwikkelplannen te laten voldoen aan de eisen van de zorgkantoren. Tegelijkertijd was het ook voor de inkopers bij de zorgkantoren soms een worsteling om de zorgdialoog te voeren, stelt Angela Bransen, beleidsadviseur zorg bij ZN in een interview.

Toch lezen we uit de analyse van BMC dat zowel de zorgaanbieders als de zorgkantoren ruimte zien om het dialoogmodel te ontwikkelen tot een gelijkwaardige relatie. BMC concludeert dat dit nog tijd en ervaring kost. En juist in dit licht is het waardevol om te zien dat de zorgkantoren breed gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid zorgaanbieders een opslag op het basistarief tot 3 procent te bieden en meerjarencontracten met ze af te sluiten. Dit schept de ruimte en rust voor de zorgaanbieders om de ontwikkelplannen door te voeren, die zo essentieel zijn om tot de kwaliteitsverbetering in de langdurige zorg te komen waarop staatssecretaris Martin van Rijn eerder dit jaar inzette met zijn plan van aanpak Waardigheid en Trots. Liefdevolle zorg. Voor onze ouderen.

Delen