Inkoopmacht

Verstandig van de Sint Maartenskliniek om te willen besparen op inkoopkosten, om precies te zijn op medische en facilitaire hulpmiddelen. Het bedrag waarom het gaat, enkele tonnen, klinkt misschien niet heel indrukwekkend, maar dit bedrag vertegenwoordigt toch maar mooi wél een kostenbesparing van zo’n 20 procent op deze hulpmiddelen. Lang niet gek.

Punt is alleen wel dat we steeds meer van dit soort inkoopcombinaties zien ontstaan. We kennen bijvoorbeeld de InkoopAlliantie Ziekenhuizen, die op het moment negen leden telt. Verder is er Zorgservice XL, dat de inkoop en logistiek voor vijf ziekenhuizen verzorgt. En we kennen natuurlijk de inkoopcombinatie Intrakoop, die de laatste jaren steeds succesvoller begint te worden in de ziekenhuizen. De reden hiervoor is simpel: door de toenemende druk op de financiële middelen neemt de weerstand van zorgprofessionals tegen standaardisatie langzaam maar zeker af.

Kortom, er bestaan nog allerlei eilandjes. Waar het aan ontbreekt, is een gezamenlijke, bijvoorbeeld door NVZ gedragen, visie op inkoop. De aanbieders waarbij de ziekenhuizen inkopen, zijn bijna zonder uitzondering grote, internationaal opererende marktpartijen. Partijen waarvoor een samenklontering van enkele voor inkoop samenwerkende ziekenhuizen dus niet bijster interessant is. De ziekenhuizen zouden veel meer inkoopmacht hebben – en veel meer kunnen besparen – als zij op grotere schaal gezamenlijk zouden optreden. Maar dit vergt een mate van standaardisatie die voor de meeste eindgebruikers – vooral die van de medische hulpmiddelen – waarschijnlijk nog een brug te ver is.

Delen