Kaal cijfer

Het aantal zorgmijders daalt. In 2016 zag nog 16 procent van de mensen af van een bepaalde vorm van zorg om zo zorgkosten te besparen, becijferde het Nivel. Een jaar later was dit gedaald tot 11 procent, en zo ging het via 8 en 9 procent naar nog slechts 7 procent vorig jaar.

Is dat goed nieuws? Wie het weet mag het zeggen. Het zijn kale cijfers en daar heb je zo weinig aan. Dat mensen afzien van doktersbezoek, medisch onderzoek of medicijnen om kosten te besparen, zegt immers nog niets over de vraag of dit gevolgen heeft voor hun gezondheid en zo ja wat voor gevolgen dan.

‘Het dalende aantal zorgmijders zegt op zichzelf niet veel over het zorgstelsel’

Artsen roepen sinds de invoering van het huidige zorgstelsel al jaren dat zorgmijding op termijn tot ernstige consequenties kan leiden: ziekten die veel later worden onderkend en daardoor complexere behandeling behoeven of zelfs onbehandelbaar zijn geworden. Dat zal in een aantal gevallen zeker zo zijn, maar het is geen wetmatigheid. We kunnen niet eens uitsluiten dat mensen politieke motieven kunnen hebben in het antwoord op de vraag naar zorgmijding, bijvoorbeeld om het eigen risico van tafel te krijgen.

In ieder geval biedt het kale cijfer geen antwoord op de vraag of het huidige stelsel schadelijk is voor de gezondheid van mensen omdat ze – door kosten gedreven – verkeerde keuzes maken, of dat het juist helpt om mensen meer bewuste keuzes te laten maken over hun zorgconsumptie. Het biedt dus ook geen antwoord op de vraag of het eigen risico een slechte zaak is of juist een doeltreffende prikkel.

Maar zeven is een mooi cijfer.

Delen