Kaartenhuis
Op LinkedIn gaat de discussie over de rol van ‘het kleine ziekenhuis op de hoek’, waarover ik het in mijn blog van woensdag had nog even door. Die discussie spitst zich nu toe op de vraag of zo’n ziekenhuis acute zorg moet bieden. De gedachte: je kunt de acute zorg niet uit een ziekenhuis weghalen, want dan hou je feitelijk slechts een soort dagkliniek over voor laagrisico planbare zorg.
De vraag is nu juist of dat voor de kwaliteit van zorg niet beter is. Ernst Kuipers gooit de discussie hierover wijd open, specifiek over de traumazorg. Er is een veldnorm, zegt hij, die stelt dat traumazorg voor 90 procent in de traumacentra moet worden behandeld, maar in de praktijk komt het hier lang niet van. En dat is in het nadeel van de patiënt, vindt Kuipers. Zijn citaat “Het streekziekenhuis moet vooral niet beginnen met opereren. Helaas gebeurt dat wel.” spreekt wat dit betreft boekdelen.
‘Kan het ‘kleine ziekenhuis op de hoek’ overleven zonder traumazorg?’
Nu is acute zorg natuurlijk meer dan alleen traumazorg. Maar als de traumazorg inderdaad nagenoeg volledig wordt geconcentreerd in de traumacentra, heeft dat wel verstrekkende gevolgen voor de ziekenhuizen die deze zorg niet meer leveren. Een belangrijk facet van die acute zorg valt daar dan weg en dan is het de vraag of de acute zorg die overblijft nog wel financierbaar blijft én voldoende uitdaging blijft bieden voor de professionals die deze zorg leveren. Als dat niet meer het geval is, reduceert zo’n ziekenhuis inderdaad tot een dagkliniek voor laagrisico planbare zorg. Is dat erg of is het juist een realistisch toekomstscenario?