Kiezen moet nut hebben

De Consumentenbond start de campagne ‘Kiezen moet kunnen’, met als doel ziekenhuizen en artsen meer open te laten zijn over fouten en incidenten. Sterftecijfers en complicaties moeten openbaar worden gemaakt en het moet makkelijker worden hulpverleners in het BIG-register op te zoeken.

Ik vraag mij af wat de Consumentenbond hiermee wil bereiken. Als ik af ga op kale sterftecijfers, durf ik me nooit in een academisch of topklinisch ziekenhuis te laten behandelen. Ik tel dan niet mee dat daar meer mensen doodgaan dan in perifere ziekenhuizen omdat er meer hoogrisico patiënten worden behandeld. Als ik een overzicht van complicaties onder ogen krijg, durf ik geen tumor uit mijn hersenen te laten verwijderen. Ik ga dan voorbij aan het feit dat die operatie mijn leven kan redden en mij de kans biedt mijn kinderen te zien opgroeien. Vanuit een rolstoel weliswaar, of tegen inlevering van een zintuig, maar toch. Als ik mij laat leiden door vlekjes op het blazoen van een BIG-geregistreerde zorgaanbieder, durf ik niet te kiezen voor de professional die weleens een diagnose heeft gemist of door een medische fout blijvende schade heeft veroorzaakt bij een patiënt. En dan hou ik dus geen rekening met de mogelijkheid dat die professional zó geschrokken is van zijn eigen fout dat hij er een veel betere behandelaar van is geworden.

Kortom: als ik uitga van gegevens zonder de context te kennen of begrijpen, kan ik geen verantwoorde beslissingen nemen over mijn eigen gezondheid of behandeling. Het heeft dan ook weinig zin openheid af te dwingen op de manier die de Consumentenbond nu voorstaat. Het gaat niet om ‘kiezen moet kunnen’, maar om ‘kiezen moet samenwerking zijn’: tussen professional en patiënt. Van eenzijdig eisen stellen wordt niemand wijzer.

Delen