Kostbare tijd

Ik wist al wel dat er zoiets bestond als een uitdagende financiële situatie, waar de zorg zich nu in bevindt. En in de praktijk dwarrelden er natuurlijk af en toe ook voorbeelden voorbij. Maar er is ook een andere schaarste, die voelbaarder is dan ik had gedacht. Ik kende haar al wel een beetje van eerdere co-schappen. Zij liet zich zien in volle poli’s, waarin patiënten soms maar 5 minuten hebben om de dokter duidelijk te maken wat er nu precies bij ze speelt. En in diezelfde 5 minuten moet de dokter zien te achterhalen wat de mogelijke diagnose is, welk plan van aanpak er nodig is en dat dan ook nog eens begrijpelijk over te brengen aan de patiënt. Een flinke uitdaging.

Of zij had de jas aan van een vermoeide arts-assistent, die met imposante wallen onder z’n ogen en ietwat bleke wangetjes na de overdracht terug naar z’n bureau sjokte om nog een stapel brieven te produceren. Of, op een wandelingetje door het ziekenhuis, liet zij haar z’n gezicht zien op de schermen in de wachtkamers. Uitloop van dokter Huppelepup: één uur. En onder dat scherm de stoïcijnse maskers van patiënten die zich met een zucht overgeven aan de wachttijd.

Tijd. Een schaars goedje. En in de bovengenoemde voorbeeldjes wordt dat gebrek eraan vooral veroorzaakt door wat er allemaal gedáán moet worden. Da’s één kant van het verhaal. Maar dan kijk ik in de ogen van degene tegenover me. En besef dat die met een totaal ander gebrek aan tijd te maken heeft. Want hoe druk het soms op het werk ook is, je hebt altijd de geruststellende zekerheid dat er morgen wel weer een nieuwe dag komt, en daarna nog heel veel meer nieuwe dagen waarin het werk dan misschien toch wel af komt (een dokter mag daar allicht van dromen, toch?).

In die ogen woont een besef dat het niet zozeer gaat om de tijd waarin je dingen kan dóen, maar om de tijd waarin je kan zíjn. Leven. Beleven. Momenten delen met de mensen die je lief zijn, genieten van een zonnestraal op je gezicht of de wind door je haar. Dat die tijd sneller op raakt dan je zelf zou willen, en dat je er niks (of bar weinig) tegenin te brengen hebt. Dat je niets anders rest dan te dealen met de werkelijkheid van de beperkte tijd. Ik val stil, en al het tijdgebrek van al die klusjes die ik nog moet doen, vallen als schilletjes van me af. Wat er over blijft is een mens die een ander mens ontmoet, en de tijd neemt die daarin nodig is. Omdat juist het echt afstemmen misschien kan maken dat die kostbare tijd zo goed mogelijk geleefd en beleefd kan worden.

En zo wordt me zachtmoedig geleerd dat ook voor mij de tijd misschien wel te kostbaar is om alleen maar geleefd te worden door alles wat ik moet doen. Een mooie les is soms maar een ontmoeting van je vandaan.

Delen