Kwaliteit bestaat

Als ik het op deze plaats heb over het meten van kwaliteit van zorg als basis voor zorginkoop, krijg ik soms de reactie dat kwaliteit niet meetbaar is, of in ieder geval uitsluitend in de directe relatie tussen behandelaar en patiënt in de spreekkamer ontstaat en dus niet de kwantificeren is. Twee nieuwsberichten wijzen erop dat de werkelijkheid er toch wat anders uitziet.

Om te beginnen is er het overzicht dat DICA geeft van wat transparantie over de kwaliteit van zorg de patiënt kan opleveren. De kwaliteitsregistraties van DICA sinds 2009 hebben bijvoorbeeld geleid tot 55 procent minder sterfte na maagkankeroperaties, 52 procent minder sterfte bij darmkanker en 16 procent minder complicaties na acute aneurysma chirurgie. Heel concreet meetbare resultaten over kwaliteit van zorg.

Het tweede nieuwsbericht is dat over problem solving therapy (PST) na een beroerte. Ook hier een heel concreet meetbaar resultaat: patiënten die tijdens de revalidatie PST volgen, ervaren sneller een betere kwaliteit van leven en leren sneller omgaan met eventuele beperkingen die na een beroerte ontstaan dan de controlegroep.

[Tweet “Zorg van betere kwaliteit inkopen betekent kosten besparen, stelt @FrankvanWijck”]

Natuurlijk is hiermee nog niet de vraag beantwoord wat de zorgverzekeraars met die kwaliteitsinformatie willen doen. Als ik daarover schrijf, luidt de reactie nogal eens: daar zijn ze totaal niet in geïnteresseerd. Ik denk dat ze dat wel zijn. Zorg van betere kwaliteit inkopen betekent immers kosten besparen. Complicaties die niet optreden hoef je ook niet te behandelen tenslotte. Dat spaart geld uit en helpt daarmee de premie in de hand te houden. Dus tegen de zorgaanbieders die binnen hun discipline nog geen kwaliteitsinformatie verzamelen, delen en publiceren zou ik willen zeggen: probeer het gewoon eens een keer. U betaalt zelf immers ook zorgpremie. Bovendien: wat is er nu leuker dan door leren van elkaar steeds beter te worden in je werk?

 

Delen