Laagvlieger

“Kees, heb jij vanmiddag even tijd om een uterusextirpatie te doen?”
“Maar ik ben orthopeed.”
‘Maakt niet uit man. Je hebt toch geneeskunde gestudeerd? En Harry is ziek.”
“Nou vooruit dan, maar na drieën. Hoe lang duurt zo’n ingreep precies? En kun je me voor die tijd even wat behandeldetails mailen?”

Onzin natuurlijk, in de praktijk gebeurt dit niet. Elke medisch specialist kan maar op een paar medisch specialistische verrichtingen worden ingezet, zo ver is de sub- en superspecialisatie inmiddels wel gevorderd. Gelukkig maar voor de patiënt.

Toch zegt Marcel Levi in zijn column Hoogvliegers op artsennet dat verkeersvliegerij oneindig veel eenvoudiger is dan geneeskunde, omdat elke piloot maar op twee of drie verschillende typen vliegtuigen kan worden ingezet. Sterker nog: iedere vergelijking tussen luchtvaart en gezondheidszorg gaat zelfs mank. Het is duidelijk dat hij zich ergert dat die vergelijking zo vaak wordt gemaakt en dat hij vindt dat zijn eigen bedrijfstak veel en veel complexer is. Mensen van buiten de gezondheidszorg moeten vooral niet denken dat ze de zorg iets kunnen leren, vindt Levi. In zijn woorden: “De aanmatigende attitude van spoorwisseldeskundigen, postpakketjesregelaars of koekjesfabriekmanagers die denken dat ze wel even weten hoe een ingewikkelde ziekenhuisafdeling, een interventieprogramma of een OK-complex is te regelen vanuit hun ervaring met meestal eendimensionale dynamiek is soms stuitend.”

Met andere woorden: laat ons nu maar ons werk doen en laat niemand die van buitenaf komt het idee hebben dat hij daar ook maar iets van begrijpt. Wij zijn zó bijzonder dat we van anderen niets kunnen leren. De normale regels voor bedrijfskunde, veiligheid of logistiek gelden niet voor ons.

Man, man.

Delen