Lastig verhaal
Ze blijven maar terugkeren, die onheilsberichten over apotheken. Draaien met verlies, mogelijk ontslag van personeel, lagere tarieven, hogere werkdruk, financiële risico’s – dit vanwege het op 1 januari 2012 ingevoerde stelsel van gereguleerde marktwerking in de branche. Zoals allemaal valt te lezen in een brief die de KNMP op 12 december aan de Tweede Kamer stuurde, met als kernboodschap dat apothekers het ‘water aan de lippen staat’.
Intussen heeft minister Schippers toegezegd dat ze de kwestie laat verkennen door niemand minder dan Alexander Rinnooy Kan, onder meer oud-voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, en Robert Reibestein, onder meer commissaris bij ING. Dit doet vermoeden dat er op goed-Nederlandse poldermanier naar een oplossing gaat worden gezocht, en dat die ook wel zal worden gevonden. Zoals dit uiteindelijk ook steeds gaat bij financiële onrust onder andere categorieën medisch professionals, denk maar aan de specialisten en de huisartsen. Maar of die vergelijking ook voor de volle honderd procent opgaat, is geen uitgemaakte zaak.
Uiteindelijk wordt het lot van onze apothekers, net als dat van andere zorgprofessionals, voor een belangrijk deel bepaald door de politiek. En wordt het handelen van politici uiteindelijk (deels) bepaald door sentimenten onder burgers en kiezers. En steeds opnieuw blijkt dat de doorsnee Nederlandse burger een groot vertrouwen heeft in zijn artsen. En dat is ook goed verklaarbaar, door één cruciaal element, dat je trouwens ook vindt in de relatie die tandartsen en paramedici hebben met hun klanten. Die factor heet: persoonlijk contact.
Veruit de meeste artsen zijn competente beoefenaren van hun vak, en blijken ook in de directe omgang en bejegening prettige en fatsoenlijke mensen. Dit voorkomt dat er een vruchtbare maatschappelijke voedingsbodem is voor het hen niet-gunnen van de, doorgaans zwaar bovenmodale, inkomens die ze genieten. Die competentie en dat fatsoen vind je vast ook bij de meeste Nederlandse apothekers. Alleen: met hén heb je als klant en patiënt vaak niet of bijna niet persoonlijk te maken.
Zeker in een grotere stad, en zeker voor wie zelf een relatief bescheiden farmaceutisch dossier heeft, is de apotheker al gauw een anoniem iemand. Je hoeft niet per se steeds naar dezelfde apotheek te gaan. Vaak weet je ook niet echt zeker wie in een apotheek nou ‘de apotheker’ is, hoe die eruit ziet, hoe die heet. Wat je vooral weet, is dat je meestal wordt geholpen door vriendelijke en capabele jonge vrouwen van wie je vermoedt dat ze assistentes zijn.
Voeg hierbij de ergernis die kan ontstaan, bij bepaalde groepen klanten, over het prominente aanbod van homeopathische middelen. Of de ergernis als je, voordat je zelf aan de beurt bent voor een serieus geneesmiddel, eerst een half uur moet wachten omdat er iemand voor je uitgebreid moet worden geïnformeerd over allerlei cosmetica. En je kunt niet anders dan vaststellen dat bij het veroveren van een positief publiek imago, apothekers een lastiger verhaal te vertellen hebben dan andere medische professionals.