Leefstijl
Bij ons in de schuur staat een vrijwel ongebruikte, peperdure damesfiets. Een jaar of tien geleden gekocht, waarschijnlijk in de aanloop naar het een of andere gezondheidsproject(je). Want dat doe ik; zo eens per jaar concludeer ik dat het zo niet langer kan met die leefstijl van mij en dan dwing ik mezelf te doen waar ik een uitgesproken hekel aan heb: (meer) bewegen. Meestal volgt in de slipstream daarvan ook: minder eten.
Zo’n gezondheidsproject duurt meestal slechts drie maanden. In die tijd loop en sport ik me een hoedje en daarna stort de motivatie weer in. Zelfs als ik me heilig heb voorgenomen dat ik het nu structureel ga doen en zelfs als ik me een stuk fitter voel: altijd stop ik er weer mee. Het schijnt dat je door moet zetten en dan op een gegeven moment vanzelf via vrijkomende endorfine ‘verslaafd’ raakt aan bewegen, maar daar heb ik nooit iets van gemerkt. Nooit de gelukzalige werking van endorfine mogen ervaren, zelfs niet tijdens het langste traject ooit, toen ik het langer dan een jaar volhield en me vrijwillig liet coachen door een personal trainer. Ik heb er gewoon geen talent voor en het is dat het af en toe moet, anders bewoog ik nauwelijks meer dan tijdens mijn dagelijkse wandelingen met onze hond.
‘Ik dwing mezelf te doen waar ik een uitgesproken hekel aan heb: bewegen’
Die fiets dus. Die staat nog steeds werkloos in de schuur. Ik heb hem niet nodig, want we wonen in het centrum van een klein stadje en dus bevindt alles zich op loopafstand. En met ‘alles’ doel ik vooral op de terrassen waar ik, voordat ze dichtgingen, te vaak eindigde met een drankje en borrelplankje. Bij voorkeur met kaasjes en iets uit de frituur erop.
Niet gezond die Bourgondische natuur van mij, maar ik heb wat bedacht voor het volgende – dringend noodzakelijke – gezondheidsproject: een fietsvakantie. Moeten we wel ergens heen kunnen fietsen natuurlijk, dus het kan pas als de restaurants van hotels weer open zijn. Ondertussen hou ik het bij inspiratie opdoen uit Arts en Fiets. Vanaf de bank welteverstaan.