Lef

Het is opvallend dat een zorgverzekeraar zich in de politieke discussie over marktwerking in de zorg mengt. Toch zegt Achmea-bestuurder Gerard van Olphen: “Het zou een slechte zaak zijn als de marktwerking weer wordt afgeschaft.” Om te staven wat hij bedoelt, benoemt hij enkele resultaten. Een daling met honderd miljoen euro van de uitgaven aan eerstelijnszorg, door betere prijsafspraken met apothekers, een scherpere inkoop van hulpmiddelen en bezuinigingen op zittend ziekenvervoer. Een beheersing van de volumegroei in de tweede lijn. De prijzen zijn gedaald en het aantal ziekenhuisbehandelingen is lager dan gepland, zonder dat wachtlijsten zijn ontstaan.

Mooie resultaten. Zouden die behaald zijn als de zorgverzekeraars niet waren aangewezen als regisseurs van het inkoopproces? Reken er maar niet op.

Natuurlijk neemt dit niet weg dat de zorgkosten blijven stijgen. Maar wie denkt dat dit zonder de stelselherziening niet was gebeurd, is naïef. Die stijging heeft niet met marktwerking te maken, maar met het feit dat niemand bereid is om keuzes te maken. Arnold Moerkamp van het College voor Zorgverzekeringen had een paar weken geleden in NRC Handelsblad het lef om te wijzen op de noodzaak hiervan. U weet wel, dat voorbeeld over die dementerende vrouw van 85 die haar heup breekt. “We weten dat het na zo’n breuk bergafwaarts gaat met oude mensen, meestal overlijden ze binnen negen maanden. Toch krijgen zij nog een nieuwe heup. Omdat het kan. Zo’n patiënt is meer gebaat bij liefdevolle verzorging.”

Sinds die tijd is het opvallend stil rond Moerkamp, en geen enkele politieke partij durft zijn geluid over te nemen. Roepen dat het allemaal de schuld van de marktwerking is, is populistischer en dus electoraal slimmer. Na 12 september weten we of het op voldoende grote schaal heeft gescoord. Het is niet te hopen.

Delen