Leuker kunnen we het niet maken
Het lijkt zo’n aantrekkelijke gedachte: een ziekenhuis dat eenmaal de accreditatieprocedure heeft doorlopen, hoeft zich daar vervolgens verder niet meer om te bekommeren. “Het is goed zo, je hebt bewezen dat je het kunt”, is de gedachte. Leuk nieuws voor de ziekenhuizen, want die worden in één klap verlost van de last van de her-accreditatie. En leuk voor degene die het voorstelt, want die heeft er – in die ziekenhuizen – meteen heel veel nieuwe vrienden bij.
En daar zit nu net het probleem. Degene die het voorstelt, voor de Deense ziekenhuizen, is de minister van volksgezondheid Nick Haekkerup. En in Denemarken staan verkiezingen voor de deur, dus dan kun je als minister alle vrienden gebruiken die je kunt vergaren. Dat maakt het idee ineens wel heel erg doorzichtig natuurlijk.
Het lag voor de hand dat meteen wat mensen riepen: laten we dit alsjeblieft ook zo snel mogelijk in Nederland doen. Maar de kans dat minister Edith Schippers het idee van haar Deense collega gaat volgen, ligt niet erg voor de hand. Het is niet voor niets dat de accreditatie een proces is waarin zich iedere paar jaar een nieuwe cyclus aandient. Het kwaliteitsniveau om voor accreditatie in aanmerking te komen moet immers niet alleen worden behaald, het moet ook worden geborgd. Kwaliteitsverbetering hoort een voortdurend opwaartse spiraal te zijn. Dit vraagt voortdurende inzet van mensen en het is geen uitgemaakte zaak dat ze die willen leveren. People don’t do what you expect, they do what you inspect. En in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Wat natuurlijk niet wegneemt dat Schippers omtrent accreditatie wel wat kan leren van het credo van onze Belastingdienst: ‘Leuker kunnen we het niet maken, eenvoudiger wel’.