Macht door kracht

Nog voor het debat in de Tweede Kamer over kwaliteitszorg in de cure besloot Pieter Vierhout in Zorgvisie alvast een paar piketpaaltjes te slaan. Het nog op te richten kwaliteitsinstituut moet er zo snel mogelijk komen, stelde hij, en het moet macht krijgen ook. Het instituut moet de onafhankelijke instantie worden die in de discussie over kwaliteit van zorg bepaalt wat die kwaliteit is.

Ik ben het deels met Vierhout eens, maar plaats wel een kanttekening bij een opmerking die hij in dit kader maakt. Hij stelt dat zorgaanbieders concurreren op basis van prijs en kwaliteit. De Nederlandse Zorgautoriteit houdt toezicht op het eerste aspect, het kwaliteitsinstituut op het tweede. Maar het instituut zal zelf geen kwaliteitsnormen gaan opleggen, zegt hij, dat blijft de taak van de wetenschappelijke verenigingen. “Alleen als het ontwikkelen van richtlijnen ergens te lang duurt, moet het kwaliteitsinstituut een handje kunnen helpen en de macht krijgen om te bepalen dat het gebeurt.”

Is dat wel zo? Heeft alleen het kwaliteitsinstituut daar dan iets over te zeggen? De zorgverzekeraars zullen daarover zo hun eigen mening hebben, de patiëntenverenigingen ook. En daar is niets mis mee. Ik denk dan ook dat Vierhout te ver doordraaft over de ‘macht’ die hij het kwaliteitsinstituut toedicht. Het zal bovenal kracht moeten hebben. Het zal moeten beschikken over mensen met kennis op het gebied van kwaliteit van zorg die er écht toe doet. Als dat het geval is, verwerft het zijn plek in het zorgveld vanzelf wel.

Kortom: de macht zal uit de kracht moeten komen, niet andersom. Was het immers niet dezelfde Vierhout die als voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten zo smalend kon spreken over ‘Moskou aan zee’ als hij het over de macht van de overheid had?

Delen