Meer vragen dan antwoorden

De media brengen hard nieuws: de Nederlandse zorg is ondermaats, concluderen zij uit het rapport Countries compared om public performance van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Maar het is lastig om prestaties in absolute zin te beoordelen, stelt het SCP zelf in haar rapport. Dus heeft het dit in relatieve zin gedaan, door de prestaties in een aantal publieke diensten – waaronder de zorg – van 28 ontwikkelde landen met elkaar te vergelijken. Dan blijkt dat Nederland op een gedeelde zestiende plaats staat. Geen topprestatie inderdaad, al concludeert het SCP ter nuancering wel: “De noordelijke landen doen het in het algemeen goed, net als Japan, Zwitserland en Nederland.”

Zo beroerd doen we het dus blijkbaar toch niet. Wel geven we relatief veel geld uit aan langdurige zorg, terwijl de vergrijzing hier nog minder ver gevorderd is dan in andere landen. Opmerkelijk eigenlijk als je bedenkt dat ook in Nederland al zes van de zeven tachtigjarigen nog thuis woont. Je vraagt je dan af wat wij anders doen dan die andere landen, waar de vergrijzing dus blijkbaar verder gevorderd is dan in Nederland, maar waar aan die langdurige zorg tóch minder geld wordt uitgegeven. Zijn de leefomstandigheden in die landen gezonder? Wordt werken in de chronische zorg er minder goed betaald dan in Nederland? Wordt de zorg er efficiënter geleverd? Bestaat in die andere landen meer sociale cohesie in de maatschappij, zodat meer via familie en omwonenden wordt geregeld en dus minder een beroep op de zorg wordt gedaan?

Het SCP-rapport lijkt kortom meer vragen op te roepen dan dat het antwoorden biedt. Voer voor promovendi, lijkt mij. Maar daar hebben we op dit moment natuurlijk niets aan.

Delen