Moge de beste winnen
De zorgverzekeraars CZ, VGZ en Achmea trokken nogal zuinige mondjes bij het voorstel van collega/concurrent Menzis om tot een gezamenlijk investeringsfonds voor de zorg te komen. Menzis stelde dat zo’n fonds een goede manier zou zijn om de financiële reserves van de zorgverzekeraars effectief in te zetten en knelpunten in de zorg op te lossen. De terughoudende reacties hierop van de andere drie begrijp ik wel. De zorgverzekeraars worden sinds de stelselherziening van 2006 nadrukkelijk uitgedaagd om zich te onderscheiden van elkaar, niet om gezamenlijk op te trekken met één product.
Natuurlijk, in het herstructureringsfonds voor de spoedeisende hulp trekken de zorgverzekeraars wel gezamenlijk op. Maar dat is een ander verhaal, omdat de spoedeisende hulp niet-concurrentieel is. Dat ligt anders bij de invulling van het investeringsfonds zoals Menzis dit voor ogen staat. En dan doet zich dus de vraag voor of het juridisch wel mag wat Menzis voorstelt. De Nederlandse Mededingingsautoriteit zal zich hier zeker kritisch over buigen als het idee vastere vorm mocht aannemen. En om dit voor te blijven is Zorgverzekeraars Nederland hiernaar al onderzoek aan het doen.
De vraag is echter of het investeringsfonds het juiste antwoord is op de steeds luider wordende roep om de sterk gegroeide reserves van de zorgverzekeraars te laten terugvloeien in de zorg. Dat dit nodig is, staat buiten kijf. Maar mijn idee zou zijn: laat iedere zorgverzekeraar hiervoor zijn eigen ideeën ontwikkelen. En de zorgverzekeraar die met beste idee komt, wint de hoofdprijs: de gunst van de verzekerde.