Mogen afwijken van de norm
“Preventie is niet met geld smijten, het kan ontzettend veel opleveren”, zegt Bert van der Hoek, directeur van het Trimbos-instituut. Een waardevol uitgangspunt bij de presentatie van het rapport waarin het instituut adviezen aan het ministerie van VWS geeft bij de voorgenomen uitbreiding van het Nationale Preventieakkoord.
Die uitbreiding houdt in dat er naast het terugdringen van roken, alcoholgebruik en overgewicht, ook aandacht moet komen voor het bevorderen van de mentale gezondheid. Van der Hoek heeft natuurlijk gelijk als hij daarbij stelt dat de mentale gezondheid van mensen versterken en verbeteren niet begint bij de ggz, maar bij de samenleving.
‘Kinderen worden veel te makkelijk gemedicaliseerd met stempels als depressie, autisme of ADHD’
In dat kader is het interessant om de Mulock-Houwer lezing van Bert Wienen (associate lector lectoraat jeugd, Windesheim) in herinnering te roepen. Hij stelt daarin dat kinderen veel te makkelijk gemedicaliseerd worden met stempels als depressie, autisme of ADHD. Dit legt het probleem bij het afwijken van de norm bij het kind zelf, is zijn stelling, zodat de politiek zich er niet meer mee bezig hoeft te houden.
“Het is nu aan de politiek om een visie te ontwikkelen waar we heen willen”, stelt Van der Hoek. Van daaruit kan ze dan principes benoemen, bijvoorbeeld dat ieder kind evenveel kans krijgt op een betekenisvol leven. De stelling van Wienen dat voor kinderen ruimte moet bestaan voor afwijken van de norm zonder dit te medicaliseren, is een goed vertrekpunt om dit principe tot werkelijkheid te laten worden.