Nederlandse toestanden

Ons Nederlandse zorgstelsel maakt emoties los. Niet alleen in eigen land, maar ook in – of all places – de Ierse Republiek. Ook in Ierland is een regeringscoalitie van centrumpartijen voorstander van een stelsel op basis van concurrentie en marktwerking – met Nederland steeds als expliciet figurerend voorbeeld. En ook daar is de linkse én de rechtse oppositie verenigd in een gezamenlijke strijd tegen dit concept.

Wij hebben onze SP en PVV. In Ierland heb je de linkse nationalisten van Sinn Féin: de politieke handlangers van de voormalige (?) terroristen van het Ierse Republikeinse Leger, ofwel de IRA; en de conservatief-liberalen van Fianna Fáil. De regering wordt gevormd door Fine Gael, de veruit grootste partij in Ierland, een soort pendant van de christen-democraten zoals je die op het vasteland van West-Europa vindt; met als coalitiepartner de sociaal-democraten van de Ierse Labour Party.

Er is wel één belangrijk verschil: invoering van dat zorgstelsel-met-marktwerking is in Ierland nog geen gelopen zaak, terwijl dat van ons er al op hoofdlijnen staat vanaf 2006. Vandaar dat Nederland steeds opnieuw weer opduikt in de publieke discussie in Ierland, als intussen leerzaam praktijkvoorbeeld van hoe het wél c.q. juist helemaal níet moet.

De grootste Ierse vakorganisatie van ambtenaren, met ook veel leden in de zorg, waarschuwde vorig jaar al voor Nederlandse toestanden in de ziekenhuiszorg. Voor een stelsel met ‘financial incentives to discharge patients early, which has led to one of the highest hospital readmission rates in Europe because more people experience post-discharge complications’. Om hieraan meteen een pleidooi vast te knopen voor een single-payer-stelsel ‘like those used in France, Germany and Nordic countries’.

En nu is er dan een intern document, al in 2013 opgesteld door ambtenaren van het Ierse ministerie van Volksgezondheid, maar nu pas openbaar na vragen door een parlementslid van Fianna Fáil. Dat rapport heet ‘Experiences in a selection of universal health insurance countries with multi-payer competition’, kijkt ook speciaal naar Nederland, en werd in de Irish Times van 4 juli jongstleden samengevat onder de kop ‘Dutch healthcare model increases health costs’.

Het rapport focust op de periode tussen 2008 en 2011. Drie jaren waarin de totale kosten van de gezondheidszorg in Nederland stegen met 12%, terwijl het aantal zorgverzekerde burgers met maar 1,5% groeide. Bijna 80% van die kostenstijging kwam voor rekening van medisch-specialistische zorg in ziekenhuizen, ‘and in part may have been driven by providers of care’.

Een andere kostenopdrijvende factor is de ‘compleet nieuwe infrastructuur’ die in Nederland is gebouwd om van alles te reguleren en bewaken. Zoals de concurrentie tussen zorgverzekeraars. En zoals het creëren van meer transparantie in de zorg, ‘with regulators, insurers and patient organisations collecting data on the performance of healthcare providers’. Het resultaat, stelt het rapport kritisch vast, is dat ‘thousands of people now work in the transparency business’. Met alles tezamen als belangrijkste gevolg dat de zorg in Nederland almaar duurder is geworden.

Ik twijfel er niet aan dat de bedenkers en aanhangers van ons Nederlandse zorgstelsel hier andere cijfers en vooral andere conclusies tegenover kunnen stellen. Maar boeiend om te volgen is het wel, zo’n buitenlandse discussie over Nederland, zelfs als die plaatsvindt in een klein en onbetekenend land als Ierland.

 

Delen