Neppillen

Hoe weet je bij geneesmiddelen die je op internet koopt of ze wel of niet echt zijn? Het antwoord is: niet. En dus weet je ook niet of een middel de werkzame stof bevat die je nodig hebt, of die stof er in de juiste dosering in zit en of vulstoffen zijn toegevoegd of weggelaten.

Geen slechte zaak daarom dat het ministerie van VWS een campagne begint om mensen te waarschuwen tegen vervalste geneesmiddelen, zoals de Telegraaf gisteren meldde. Maar tegelijkertijd is het wel behoorlijk Postbus 51 wat het ministerie hier doet. Het is het geheven vingertje van: ‘Wij weten als overheid wat goed voor u is’. En: het lost het echte probleem niet op. Consumenten kunnen waarschuwingen – of zelfs de hele overheidscampagne – negeren en zo’n geneesmiddel gewoon toch kopen, met alle gevolgen van dien. Bovendien houdt actie van de overheid van één klein landje producenten niet tegen die kwaad willen en dankzij internet de hele wereld als hun afzetgebied kunnen beschouwen.

Er is een oplossing die hierin wel een rol kan spelen: de TTag, een productidentifier die in tegenstelling tot een matrixcode niet te kopiëren is, en dus niet eindeloos op doosjes of strips met nepgeneesmiddelen kan worden aangebracht om de suggestie te wekken dat ze authentiek zijn. De tag is te scannen met een app op een smartphone. De bezorger van het pakketje kan dit doen, maar ook de besteller zelf. Is de tag niet origineel, dan laat de app dit zien en kan de producent van het authentieke middel via GPS traceren waar het nepproduct zich bevindt zodat die actie kan ondernemen. Leuk werk voor Interpol en dus geen klus die morgen geklaard is. Maar de koper krijgt ondertussen al wel de harde waarschuwing: dit kan ik beter niet slikken.

Delen