Niet boeien, niet binden

Je bent jong en je wilt wat. Via de beroepskeuzebegeleiding weet je dat de zorg een interessante werkgever is. De opleiding medisch hulpverlener lijkt je dus wel wat. Op de site van een van de opleidingen lees je: ‘Wil jij aan de slag als hulpverlener op een ambulance, in de operatiekamer (anesthesie) of op de afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis? Dat kan met de hbo bacheloropleiding medische hulpverlening. Hier leer je medisch denken, goed communiceren en adequaat handelen in situaties waarbij mensen gewond zijn. Tijdens de opleiding maak je gebruik van de nieuwste medische inzichten. Je kunt zelf de diagnose stellen bij patiënten of slachtoffers. Ook bewaak en ondersteun je hun vitale functies en kunt therapeutisch handelen. Daarbij hou je rekening met de sociale en culturele achtergrond van de patiënt. Met je diploma op zak kun je meteen aan de slag als beginnend medisch hulpverlener.’

Nee dus. Want het beroep is nog niet opgenomen in het BIG-register en daardoor is het vrijwel onmogelijk een stageplaats te vinden, laat staan werk. Werkgroepen mogen zich buigen over de vraag wie precies schuldig is aan de nu ontstane situatie. De opleidingsinstituten, die studenten voorhouden dat ze na de opleiding meteen aan de slag kunnen? De zorgaanbieders, die koudwatervrees hebben voor het nieuwe vak? Of het ministerie van VWS, dat onduidelijkheid heeft laten bestaan over de vraag of het nieuwe beroep überhaupt wel voor BIG-registratie in aanmerking kwam?

De grote verliezer is in ieder geval de zorg zelf, die zit te springen om goed gekwalificeerde medewerkers en die nu zegt: ‘We weten eigenlijk niet of we wel zo veel interesse in jullie hebben’. De impact die dit heeft op de beeldvorming onder jongeren is duidelijk: de zorg, daar moet je het niet van hebben.

Delen