Niets boven Groningen

Internist ouderengeneeskunde en klinisch geriater Sophia de Rooij (UMC Groningen) neemt in Zorgvisie geen blad voor de mond. In de discussie over de vraag of ouderen te lang thuis moeten blijven wonen, zegt ze: “Ik let altijd op wie dat zegt. In dat geval komt het geluid uit de hoek van de verpleeghuizen, die hebben een belang bij opname.” Tegen het zere been, maar ze heeft wel een punt.

Ook ziekenhuizen moeten hun grenzen kennen. Ouderen met dementie vormen bij uitstek een groep die daar beter niet, of in ieder geval beter zo kort mogelijk, kan verblijven. Een ziekenhuisopname brengt risico’s met zich mee als een delier, een infectie, medicatiefouten of een valincident. Zo snel mogelijk naar huis dus, is de boodschap van De Rooij. Daarom gaat een gespecialiseerd team onder leiding van het ziekenhuis hen vanaf 1 januari ziekenhuiszorg aan huis leveren.

Ook ziekenhuizen moeten hun grenzen kennen

Het is voor iedere goede verstaander duidelijk dat de opmerking hierbij van De Rooij dat het technisch kan en vooral een kwestie is van organiseren, getuigt van een goed gevoel voor understatement. Aan de al jarenlang slepende discussie over de geboortezorg zien we hoe moeizaam het kan zijn om intra- en extramurale partijen tot een gezamenlijke aanpak te brengen die de kwaliteit van de patiëntenzorg ten goede komt.

In Groningen lijkt dit dus wél te lukken. Het ziekenhuis werkt voor deze vergaande vorm van ziekenhuis verplaatste zorg samen met de thuiszorg, ambulancediensten, huisartsen en fysiotherapeuten. Alle werkprotocollen zijn op elkaar afgestemd. Als de aanpak in de praktijk goed blijkt te werken, betekent dit dat die zonder verdere omhaal landelijk kan worden overgenomen. Het gaat immers in het hele land om dezelfde patiëntenpopulatie en om dezelfde betrokken professionals. Het Kwaliteitsinstituut kan tevreden achteroverleunen.

Delen