Nieuw campagne-thema

Waarom maken zo weinig (top)bestuurders uit de zorgwereld een overstap naar de politiek? Eén antwoord op deze vraag waarmee ik vorige week mijn blog afsloot, kan ik hier meteen al geven: omdat je daar veel minder verdient.

Neem nou de topbestuurders van zorgverzekeraars. Die verdienen al gauw een jaarsalaris van tegen de 400.000 euro. Zeker onder medische professionals is hierop vaak harde kritiek. Juist als arts of apotheker, zo ervaren velen dit, heb je te maken met verzekeraars die financieel het onderste uit de kan willen, zodanig dat je zelf niet goed meer je werk kunt doen, terwijl ze zichzelf juist vorstelijk belonen. Vooral in lezersreacties in online-vakmedia kom je dit permanent tegen, waarbij harde en emotionele taal eerder regel is dan uitzondering.

Vaak wordt erop gewezen dat de inkomsten van zorgverzekeraars worden verdiend op een speelveld waar zo’n beetje alle regels in hun voordeel werken. Burgers zijn wettelijk verplicht om klant te worden, en individuele zorgaanbieders wordt het op allerlei manieren onmogelijk gemaakt zich collectief te weren tegen de inkoopmacht van wat in feite monopolisten zijn. Dit betekent ook dat de riante inkomens van de topbestuurders van verzekeraars niet de resultante zijn van eerlijke (arbeids)marktwerking, maar van concentratie van ongecontroleerde macht.

Maar dit is niet het hele verhaal. Zorgverzekeraars maken geen deel uit van de overheid, en vallen dus niet onder de Balkenende-norm van maximaal 228.000 euro. (Wel onder een andere norm, van maximaal 300.000 euro plus pensioenpremie, wat natuurlijk nog steeds een hoop geld is.) Burgers zijn weliswaar verplicht verzekerd, maar mogen zelf uitmaken bij wie precies, dus concurrentie is er wél. En dit soort bestuurders maakt niet alleen deel uit van de (semi-publieke) zorgwereld, maar ook van de financiële wereld in algemene zin, en dus ook van een arbeidsmarkt die veel breder is en waar een jaarsalaris van drie of vier ton niet als uitzonderlijk of exorbitant geldt.

Verder is het natuurlijk vreemd als juist mensen die graag zeggen niks van marktwerking te moeten hebben, zoals veel medische professionals zelf en ook veel linkse politici, diezelfde marktwerking, of beter: een gebrek hieraan, ineens wél in de strijd werpen als het om bestuurderssalarissen gaat. Dat wil niet echt overtuigen.

Maar uiteindelijk telt hier geen objectief ‘gelijk’ of ‘ongelijk’, en is voor of tegen alle standpunten wel wat te zeggen. Veel belangrijker is hoe een en ander wordt gepercipieerd door de enige échte arbiters in dit soort zaken: de burgers/kiezers/verzekerden zelf. Maar ook dit kan twee kanten uit gaan.

Gezondheidszorg is duur, en de burger van nu is zich er steeds meer van bewust dat je, zeker voor een heel gezin, alleen al aan nominale zorgpremie duizenden netto-euro’s per jaar kwijt bent. Het minste dat je dan verwacht, is dat de bedrijven aan wie je die premies betaalt, hiermee gezondheidszorg inkopen met de aller-allerbeste prijs/kwaliteitverhouding. Dit vergt natuurlijk ook de allerbeste bestuurders, en die zijn nu eenmaal niet goedkoop.

Maar het kan ook anders. En wie goed kijkt naar hoe de brede maatschappelijke stemming zich ontwikkelt, zal niet vreemd opkijken als een keer een zorgverzekeraar opstaat met een heel nieuw campagne-thema. Met als pay-off een variant op: bij ons wordt van uw dure premiegeld nog geen laatste cent verspild – en zeker niet aan bestuurders die meer verdienen dan een minister.

Delen