Nog anderhalf jaar

Nog anderhalf jaar en dan valt ook bij mij de brief op de deurmat met de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Ik ben dan 55 en behoor dus tot de risicogroep. Wie de afgelopen dagen de media heeft gevolgd, weet dat de totstandkoming van deze screening niet zonder slag of stoot is gegaan en dat de verdeeldheid over de waarde ervan groot is.

Het belangrijkste argument om me wel te laten screenen, is het gegeven dat per jaar 5000 mensen aan darmkanker overlijden. Een van die 5000 wil ik niet zijn, maar vergroot vroege detectie door screening mijn kans op overleving als er iets aan de hand is? Daarover bestaat nogal discussie. Er valt ook wat te zeggen voor de stellingname die het basisuitgangspunt vormt voor de huisartsenzorg: de mens is gezond totdat het lichaam tekenen van het tegendeel gaat vertonen. Ik kan me dus voorstellen dat ik eerst even naar de huisarts ga en vraag: “Wat vind jij daar nou van?” Maar de huisarts is er zelf ook nog niet uit, merk ik aan de reactie van Bart Meijman in Nieuwsuur. Ook chirurg Jan Anne Roukema uitte daarin trouwens nogal wat kritiek op de screening.

Daarnaast lezen we ook nog eens dat het onderzoek verkeerd kan aflopen, in zeldzame gevallen dodelijk zelfs. Nu zijn die acht jaarlijkse sterfgevallen verwaarloosbaar tegenover die 5000 jaarlijkse doden door darmkanker, maar het is toch een kanttekening die voor onrust zorgt. Ik ben dan ook blij dat ik nog anderhalf jaar de tijd heb om na te denken voordat die uitnodiging op de mat valt. Hopelijk komen dan net de eerste resultaten in de media.

Delen