Nog niet normaal
De reguliere zorg gaat weer in de richting van normaal niveau, kopte de Volkskrant begin deze week. De reden: de ziekenhuis- en besmettingscijfers voor Covid-19 nemen verder af.
Helaas, was het maar zo simpel. De zorg heeft te kampen met een hoog ziekteverzuim, waardoor veel reguliere zorg nog steeds niet op normaal niveau kan worden geleverd. Dit terwijl ook nog steeds sprake is van veel inhaalzorg.
De problemen gaan ook niet voorbij aan de afdelingen spoedeisende hulp. Op Medisch Contact maakt SEH-arts Pol Stuart de problematiek op deze afdeling heel inzichtelijk door te wijzen op het feit dat in zijn werkregio (Rotterdam) eerder deze week vijf van de zes SEH’s op rood stonden. Het komt weer regelmatig voor dat de SEH’s een opnamestop hanteren.
‘Niks terug naar normaal, zover is het nog lang niet’
Niks terug naar normaal dus, zover is het nog lang niet. In de berichtgeving staat echter ook een citaat van Stuart dat op een ander, achterliggend probleem duidt: “Normaal gesproken nemen wij een oude patiënt die na een val een pijnlijk been heeft – maar geen gebroken heup – soms op ter overbrugging.” Dit citaat heeft een relatie met iets waarover al veel langer discussie bestaat, namelijk de vraag of de SEH altijd de juiste plek is voor een patiënt.
Het kan de SEH niet worden verweten dat ze zo’n oude patiënt met een pijnlijk been ‘soms ter overbrugging’ een plaats biedt. Die patiënt wordt daar aangeboden en die stuur je niet weg. Maar zo lang die discussie blijft bestaan, bestaat nog steeds ruimte voor verbetering.