Noodzakelijk

Het is een opvallende stellingname: enerzijds de transitie in de langdurige zorg een goede ontwikkeling vinden, maar anderzijds ook tegelijkertijd stellen dat die transitie de Nederlandse zorginfrastructuur blijvende schade kan toebrengen. Enkele zorgaanbieders zeggen dit in het juninummer van Skipr. Kwetsbare groepen zullen van de noodzakelijke zorg verstoken raken, luidt de kritiek.

Het is een opmerking die schreeuwt om definiëring van het begrip ‘noodzakelijk’. Eerder dit jaar had ik een interview met de partijen in West Brabant die hadden deelgenomen aan het programma regelarme zorg. Een van de gespreksdeelnemers, Cock Vermolen van Zorgbelang Brabant, zei hier: “De zorg was heel erg een spel van professionals geworden. Als het de bedoeling is dat mensen meer dingen zelf gaan regelen en dat het formele circuit daarop moet aansluiten, dan regel je dat niet van achter een bestuurstafel.” En dan is het ook weinig constructief om al na krap vijf maanden te stellen dat het tot ‘blijvende schade’ zal leiden.

In hetzelfde interview noemde Anton van Mansum, bestuurder van Surplus, het proces dat Vermolen beschrijft de transformatie achter de transitie. “Die gaat over de verandering in de samenleving die zich uiteindelijk moet gaan voltrekken”, zei hij. Die verandering vergt tijd. En naarmate die verandering zich meer begint te voltrekken en de samenleving inderdaad meer dingen zelf gaat regelen voor kwetsbare mensen, krijgt dat begrip ‘noodzakelijk’ vanzelf een andere invulling.

Delen