Nucleaire vrede
Afgelopen september ondertekenden ruim honderd prominenten uit de Nederlandse zorgwereld een oproep tot een wereldwijd verbod op kernwapens. Een actie die waardering verdient. Maar ook, zie het einde van deze blog, misschien nog een vervolg.
Waardering, omdat maatschappelijk bewustzijn van het gevaar van kernwapens juist nu enorm hard nodig is. Vanwege de actuele toestand in de wereld. Maar ook omdat het besef van wat een nucleair conflict kan aanrichten, de afgelopen ruim twee decennia voor een verontrustend deel is verdwenen.
Met het einde, na 1989, van de klassieke Koude Oorlog kwam ook een eind aan ruim veertig jaren van spanning en soms angst over het gevaar van een kernoorlog. Sindsdien zijn nieuwe generaties volwassen geworden die dit gevoel zelf nooit gekend hebben. En voor wie de idee dat zoiets ooit nog kan gebeuren, iets irreëels heeft gekregen.
In werkelijkheid is ook anno 2016 het gevaar van een nucleair conflict tussen twee of meer staten nog steeds zonder meer reëel. Verdere verspreiding van kernwapens, buiten de negen staten die ze nu hebben, lijkt voorlopig tot stilstand gekomen. Maar het ware probleem zit hem bij de al bestaande kernwapenarsenalen. Want die zijn voor een deel in het bezit van regimes van wie geen enkele morele terughoudendheid mag worden verwacht bij eventuele inzet van kernwapens.
Mocht dit laatste zo ver komen, dan hoeft dit nog niet meteen een totale, allesvernietigende Derde Wereldoorlog te betekenen. Er zijn conflicten denkbaar, ook nucleaire, die beperkt kúnnen blijven tot een specifieke regio, ver van ons eigen Europa. Dit geldt voor Noord-Korea, economisch een failed state en hierdoor steeds meer in de verleiding tot een suïcidale (kern)aanval op Zuid-Korea. Het geldt voor Pakistan, dat permanent bezig is om buurstaat, en mede-kernmacht, India te ondermijnen. En dat geldt voor China, dat zich nooit zal neerleggen bij het voortbestaan van een democratisch en onafhankelijk Taiwan, en dat allerlei maritiem-territoriale expansie in voorbereiding heeft ten koste van andere staten rond de Zuid-Chinese Zee.
Mocht ooit zo’n regionaal kernconflict uitbreken, dan is een wereldwijde medische mobilisatie voor hulp achteraf misschien nog een optie. Maar bij een grootschalig uitgevochten nucleair conflict tussen Rusland en het Westen is zoiets niet goed denkbaar. Vandaar dus, ook vanuit de medische gemeenschap, pleidooien voor ‘alle kernwapens de wereld uit’.
Maar zolang er op onze wereld schurkenregimes zijn, zoals in Noord-Korea, waarvoor kernwapens een (enig) instrument voor pure overleving zijn, zal dit moeilijk realiseerbaar zijn. En hoewel het zeker zo is dat kernwapens alléén al door hun pure bestaan gevaarlijk en bedreigend zijn, maakt het verder nogal wat uit in wiens handen ze precies zijn. Er is weinig reden om ons zorgen te maken over het uitbreken van een nucleair conflict tussen twee beschaafde natiestaten als Groot-Brittannië en Frankrijk. Maar er is alle reden om ons zorgen te maken over het Rusland van Vladimir Poetin.
Want we kunnen er eenvoudig niet langer omheen, zeker na wat er afgelopen jaren is gebeurd in Georgië, Tsjetsjenië, de Krim, Oekraïne en Syrië. We hebben aan de oostgrens van Europa te maken met een kwaadaardige, agressieve, revanchistische kleptokratie-met-kernwapens. Zonder enig moreel kompas in een betekenisvolle zin van het woord. En met een steeds openlijker en brutaler agenda om de vrijheid, de welvaart en de waarden van het Westen te vernietigen. Met als één gerichte strategie: het zaaien van zo veel mogelijk verdeeldheid binnen de enige twee instituties die dat proces van vernietiging kunnen voorkomen: de NAVO en de Europese Unie.
Dit betekent niet dat we morgen een nucleaire aanval vanuit Rusland moeten vrezen. Maar wat we zonder illusies onder ogen moeten zien, is dat de verhoudingen in Europa permanent en doelbewust worden gedestabiliseerd. Dit inclusief hernieuwde, ongekend onverantwoordelijke nucleaire-dreigingsretoriek uit de mond van president Poetin zelf. En inclusief steeds gevaarlijker militaire provocaties, zoals aanhoudende bijna-schendingen van het luchtruim van NAVO-landen.
Zwakte en toegevendheid zijn onder deze omstandigheden geen optie, want die wakkeren de agressiezucht alleen nog maar verder aan. Het enige dat – misschien – kan helpen, is: tegenkracht. En vooral: eensgezindheid. Daarom zou het best een mooi gebaar zijn, juist ook als bijdrage tot blijvende nucleaire vrede, als maatschappelijk betrokken zorgprominenten óók van zich laten horen over het Oekraïne-referendum van 6 april aanstaande. En zo mee helpen voorkomen dat de Nee-stemmers die dag hun zin krijgen, en in het Kremlin de champagnekurken knallen.