Nurse Phil
Iedereen heeft zo zijn eigen favoriete films met Philip Seymour Hoffman, die afgelopen zondag 46 jaar oud overleed. Zelf vind ik zijn oeuvre als geheel nogal gemengd. Zijn ‘grote’ rollen, vooral in de ogen van meer intellectuele liefhebbers en critici, vond ik lang niet altijd geslaagd. Films als Happiness (1998), Synecdoche, New York (2008) en recent nog The Master (2012), vond ik vooral behoorlijk irritant, in hun goedkope suggestie van diepgang die in wezen niet meer voorstelde dan wat versleten arthouse-kunstjes. En zijn zo gelauwerde hoofdrol in Capote uit 2005 kon niet verhullen hoe voorspelbaar en soms ook traag die film verder was.
Maar dit wordt allemaal ruimschoots goedgemaakt door flink wat andere Hoffman-films. Twee hiervan blinken vooral uit door de afwézigheid van gewichtige artistieke pretentie. Almost Famous, uit 2000, is met voorsprong de beste film ooit gemaakt over de wereld van de rockmuziek. Met Hoffman in de prachtige (bij)rol van hoofdredacteur van een alternatief muziektijdschrift, die een piepjonge journalist van mainstreamconcurrent Rolling Stone wijze raad geeft over hoe wel en niet met rocksterren om te gaan.
En dan was er State and Main, ook uit 2000, een ongegeneerde en geslaagde komedie, met een fikse dosis zelfparodie op de werkwijze van Hollywood. Dit verhaal gaat over het maken van een speelfilm waarbij voortdurend van alles misgaat. Door het vaak bedenkelijke gedrag van de producenten en de acteurs. Maar ook door een extreme, soms hilarische vorm van writer’s block bij de man die het script moet schrijven – gespeeld door Philip Seymour Hoffman.
Maar echt onvergetelijk zijn twee films met Hoffman die elk op hun eigen manier een ernstig onderwerp aanvatten waar vroeger of later iedereen mee te maken krijgt: ouder worden, ziek worden, hulpeloos worden, sterven. En in zowel Magnolia uit 1999 als The Savages uit 2007, is er dan nog het bijkomende thema van moeizame tot zwaar verstoorde relaties tussen (volwassen) kinderen en hun hoogbejaarde vader, die bij het naderend einde van de laatste tot een climax en catharsis komen.
In The Savages speelt Hoffman een hoofdrol als zoon van een dementerende vader die niet langer meer zelfstandig kan wonen, en die ineens allerlei hulp en aandacht nodig heeft waarvoor geen handleiding beschikbaar is. Geen vrolijke film, met ook een harde, confronterende portrettering van de wereld van het verpleeghuis. Maar wel een heel eerlijke en – moet je vrezen – realistische film, die je niet snel zult vergeten.
Maar de grootste rol die Hoffman ooit speelde, was weer wél in een film die door de regisseur (Paul Thomas Anderson) was bedoeld als een groots en complex artistiek experiment. Maar in dit geval blijkt dat volledig geslaagd, in een film die 180 minuten lang blijft overtuigen.
Ook Magnolia speelt rond een oude man op diens sterfbed, met een zwaar van hem vervreemde zoon (Tom Cruise). Maar de onvervalste held van deze film is male nurse Phil Parma die de vader verzorgt – en gelukkig ben ik niet de enige die deze (bij)rol zo’n unieke prestatie vindt. De man die Philip Seymour Hoffman hier zo invoelend neerzet, doet zijn werk met een toewijding, tact, empathie, kunde en inzet, en met een combinatie van zachtmoedigheid en doortastendheid, die het mooiste cinematografische eerbetoon is dat ooit is gebracht aan elke consciëntieuze professional met een verplegend of verzorgend beroep.