Ode aan de mantelzorger

Ze staat bijna dagelijks op de stoep sinds haar dochter voor een vakantie naar familie in Suriname vertrok. “Sorry mevrouw, de dokter heeft nu écht geen tijd”, hoor ik de assistente met bovenmenselijk geduld aan de telefoon herhalen tegen de 65-jarige. Even later blijkt ze dat gesprek alweer vergeten: wankel en zonder rollator staat ze in haar badjas bij de balie.

De laatste maanden gaat het niet zo best. Ze vergeet de handelingen die nodig zijn om haar rijkgevulde Surinaamse kippensoep te maken. Ze struikelt over een oosters tapijtje en breekt een rib. Steeds vaker wacht ze in pyjama op de bank tot haar dochter ’s ochtends langskomt om haar aan te kleden.

De assistente roept me er toch even bij omdat ze er anders uitziet dan anders. “Dokter”, roept ze uit als ze mij ziet, “ik heb zo’n jeuk, er lopen steeds mieren over mijn benen. En over de vloer en de muren. Kijk, daar gaan ze!” Ze kijkt wazig uit haar ogen en is in de war.

“Dokter”, roept ze uit als ze mij ziet, “ik heb zo’n jeuk, er lopen steeds mieren over mijn benen.”

De richtlijn vertelt me duidelijk wat te checken bij verwardheid: saturatie, glucose, bezinking, een urinesediment. Het zijn prettige parameters die beloven dat als je ze weer binnen de grenzen van normaal krijgt, de verwarring verdwijnt. Maar als mijn diagnostische blik als een drone uitzoomt, verder en verder omhoog, boven haar lichaam, haar huis, haar stad, haar land – dan is er zoveel meer om in de war van te zijn.

De diabetes en aderverkalking die al generaties in haar familie voorkomt en haar brein kwetsbaar maakt. Het geldgebrek waardoor ze piekert over de energierekening. De vreemde dagbesteding voor ouderen waar ze de muziek niet herkent uit haar jeugd in Suriname.  En dan die zwijgzame erfenis van haar voorouders die onder valse voorwendselen uit India naar de Surinaamse plantages werden gelokt. Een erfenis waar ze nooit echt veel van heeft geweten, maar waar ze ongetwijfeld de pijn van heeft gevoeld en de kriebels van heeft gehad.

Een week later komt haar dochter weer thuis. De verwardheid klaart grotendeels op. De mieren verdwijnen, net als de dagelijkse telefoontjes. Waardoor precies? Wie zal het zeggen. Hoe dan ook: patiënt én praktijk zijn opgelucht en dankbaar dat ze er weer is. Ode aan de mantelzorger.

Delen