Omgekeerde Calimero

Het onderzoek van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam naar het mededingingsbeleid in de zorg bevat feitelijk geen nieuws. De conclusie luidt dat ziekenhuizen en huisartsen een aanzienlijke marktmacht hebben in relatie tot de zorgverzekeraars.

Laten we elkaar niet voor de gek houden: dit wisten we natuurlijk al lang. Een zorgverzekeraar zal het niet snel aandurven een ziekenhuis dat in de contractonderhandelingen een te hoge prijs vraagt uit te sluiten van contractering. Het zou feitelijk terecht zijn om dit wél te doen, want een prijs betalen die hoger is dan het landelijk gemiddelde, is alleen te verantwoorden als het betreffende ziekenhuis een aantoonbaar betere kwaliteit zorg levert dan concurrenten. Het is niet te verwachten dat een ziekenhuis hiertoe over de volle breedte van alle medisch specialistische verrichtingen in staat is. Nog afgezien van het feit dat binnen veel medisch specialistische disciplines überhaupt nog te weinig transparantie over die kwaliteit bestaat om op basis hiervan een hogere prijs te mogen claimen.

Ook zal een zorgverzekeraar niet snel een huisarts uitsluiten van contractering. De huisarts is immers voor patiënten niet alleen het eerste aanspreekpunt in de zorg, maar in veel gevallen ook een vertrouwenspersoon over (grotendeels) zorg gerelateerde zaken. De zorgverzekeraar is voor hen slechts degene die de premie ontvangt en de contractering regelt. Dat is een heel andere, veel minder directe, band dan de band die iemand met ‘zijn’ huisarts of ziekenhuis heeft. Hoewel het in de praktijk de ziekenhuizen en de huisartsen zijn die in de contractering Calimerogedrag vertonen, zijn het in realiteit vaak de zorgverzekeraars die in dit proces in een moeilijke positie zitten.

Delen