Omzien naar elkaar
Wachten inderdaad 84.187 mensen op intake of behandeling in de ggz? Het blijft gissen, want er kan sprake zijn van dubbelingen omdat mensen bij twee of meer ggz-aanbieders wachten op een intake. Bovendien kan iemand na de intake worden doorverwezen naar een andere aanbieder en dus opnieuw op een wachtlijst belanden, of om wat voor reden dan ook gaan zorgmijden.
Kwantitatief en kwalitatief onderzoek moet meer duidelijkheid gaan bieden over hoe de situatie nu daadwerkelijk is. Dat gaat dus weer tijd kosten. Maar zelfs als daar uit zou komen dat het aantal wachtenden op intake of behandeling inderdaad bijna 85.000 is. Of zelfs ‘maar’ 50.000. Betekent dat dan dat er meer geld naar de ggz moet? De vraag is hoeveel dat zou helpen, aanbod creëert vraag immers. Bovendien: geld is nog geen personeel. Minister Conny Helder (langdurige zorg en sport) wijst in haar Kamerbrief van 23 februari op de schaarste op de arbeidsmarkt.
‘Betekent lange wachtlijst dat er meer geld naar de ggz moet?’
Terecht dus dat ze schrijft: “Er is (…) een bredere transitie nodig.” Al is dat op zich geen nieuws natuurlijk, want dat wisten we al jaren. Psychiater Dirk de Wachter vertaalde de uitkomst van die transitie als eens met de mooie woorden: “de lastigheid van het leven een plaats geven.” Met andere woorden: accepteren dat het leven ook weleens níet leuk is. Zonder daar een stempel op te plakken dus. Helder vertaalt dit in haar Kamerbrief naar de beleidsterm ‘inzetten op mentale weerbaarheid van mensen in onze samenleving’. Maar hoe je het ook verwoordt: het begint bij onszelf. Een toekomstagenda ggz doet het niet.