Ondankbare taak

Bijna 90 procent van de respondenten van een poll op nursing.nl geeft aan artsen, collega-verpleegkundigen en bezoekers van zorginstellingen te kennen die isolatierichtlijnen niet serieus nemen. Van bezoekers kan ik mij dit nog voorstellen, maar voor artsen en verpleegkundigen zou het een reden voor ontslag op staande voet moeten zijn. Ze brengen immers zichzelf, collega’s en patiënten in gevaar.

Toch lijkt dit probleem volstrekt onuitroeibaar. In het septembernummer van het tijdschrift Nursing zegt Thea Daha van de Werkgroep Infectiepreventie dat mensen moeten begrijpen waarom ze bepaalde maatregelen moeten toepassen. Ziekenhuishygiënisten leggen dit graag en vaak uit. Diezelfde boodschap had ze ook al toen ik haar ruim twintig jaar geleden in haar hoedanigheid als ziekenhuishygiënist voor het eerst interviewde. En collega’s van haar heb ik herhaalde malen horen zeggen: “We mogen het eigenlijk niet zeggen, maar wij zijn altijd blij als er een uitbraak is in het ziekenhuis. Dan weet iedereen meteen weer waarom infectiepreventie zo belangrijk is.” Ik begrijp hun cynisme.

Vorige week sprak ik prof. Jan Klein, de anesthesioloog die zijn functie in het Maasstadziekenhuis opzegde omdat de directie geen oog had voor zijn adviezen over patiëntveiligheid. Een uur nadat hij hierover had geblogd op artsennet.nl belden radio en tv en de volgende dag werden Kamervragen gesteld. Publieke aandacht voor het onderwerp is er dus wel degelijk. Maar artsen en verpleegkundigen weigeren al decennialang hieruit de enig juiste conclusie te trekken, namelijk dat ze hun hygiënegedrag structureel moeten verbeteren.

“Denk maar niet dat het Maasstadziekenhuis een uitzondering is”, zei Klein tegen me. Ik ken genoeg ziekenhuishygiënisten om te weten dat hij gelijk heeft. Hun beroep is een van de meest onmisbare, maar ook een van de meest ondankbare functies in de gezondheidszorg.

Delen