Onderste bureaula

Gelukkig heeft hoogleraar gezondheidseconomie Wim Groot gisteren al op Zorgvisie gedegen kritiek geleverd op het advies Zorgrelatie centraal. Partnerschap leidend voor zorginkoop van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Want zoals Ivo Knotnerus op Twitter terecht stelde ‘lijkt het alsof de RVS niet héél diep heeft nagedacht over de zorgeconomische aspecten’.

Voorzitter Pauline Meurs heeft natuurlijk gelijk als ze stelt dat inkopen op kwaliteit onvoldoende van de grond is gekomen. Ze gaat echter voorbij aan de reden waarom dit zo is. Over de kwaliteit van zorg was bij de start van het huidige zorgstelsel nog nauwelijks wat bekend. Inkopen op kwaliteit heeft hierdoor lange tijd simpelweg niet de ruimte gekregen om van de grond te komen. Inmiddels begint over die kwaliteit wel veel meer informatie beschikbaar te komen. Dit schept ruimte voor meerjarencontracten tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars. Contracten waarmee direct ook een ander wezenlijk doel kan worden gediend, namelijk gefaseerde krimp.

Nu pleiten voor een model van zorginkoop waarbij de patiënt samen met de zorgverlener mag bepalen welke zorg nodig is en wie die het best kan geven, is dan ook contraproductief. Waar blijft dan de druk op kwaliteit(sverbetering)? Of is het de bedoeling dat de patiënt aan de arts gaat vragen hoe zijn kwaliteit van zorg zich verhoudt tot die van zijn collega’s? Waar blijft bovendien de druk op de financiën? Of moet de patiënt aan de arts gaan vragen: “Wat kost die behandeling bij u en hoe verhoudt dit zich tot de benchmark?”.

Het is dus te hopen dat Edith Schippers dit rapport in de onderste bureaula legt voordat ze haar taken aan haar opvolger overdraagt.

Delen