‘One of social evils’

Het is warm en we hebben honger (of trek, hoewel dat in Malawi onbekend is). Lichtelijk geïrriteerd rijden we door de drukke binnenstad van Lilongwe, op zoek naar een winkel waar we onze autosleutel kunnen kopiëren  ̶  een heus ‘first world problem’.

Bijna zien we de man over het hoofd die uit het niets de weg op komt lopen. Met zijn hand in de lucht gestoken, zijn wit-bruine uniform met bijpassende pet en zijn trotse gezicht onmiskenbaar een agent, een zogenaamde wegautoriteit. Of we misschien even aan de kant willen gaan. Zoals vaker spreken we de beste man aan in zijn eigen taal en maken een grapje.

Ditmaal echter geen vriendelijk, verrast gezicht en een ‘you can go now’, maar een serieuze boodschap: ‘you made an offense’. Of we wel wisten dat we pas ná de stippellijn mochten voorsorteren naar rechts en niet daarvóór, zoals wij dat deden. Onze gedachten ontmoeten elkaar: dat wordt betalen. We blijven vriendelijk, geduldig en bovenal onderdanig. Waar we echter niet op rekenen is dat de agent ons sommeert naar het politiebureau te gaan, een aantal kilometer verderop, om de zaak af te handelen. We halen alles uit de kast: of we niet ter plekke kunnen betalen; dat we haast hebben; dat we in het ziekenhuis in de buurt werken en dat we zijn familie eventueel medische hulp kunnen bieden als dat nodig is (gênant, maar vaak wel effectief). De autoriteit blijkt niet te happen en de moed zakt ons in de schoenen.

Het gevoel dat we zowel gespaard als belazerd zijn, geeft wat verwarring

Dan gebeurt er iets opmerkelijks. Op het moment dat we de agent willen escorteren naar het politiebureau  ̶  ja, je leest het goed  ̶  gaat hij in gesprek met een voorbijganger. Ze smoezen wat, waarop de agent onze vragende gezichten beantwoordt met ‘this man wants me to forgive you’. Of we het hier mee eens zijn en zo ja, of we deze Barmhartige Samaritaan hiervoor willen belonen. Mijmerend over autosleutels en uitgebreide lunches hoeven we daar niet lang over na te denken. We geven de weldoener een zakcentje en rijden weg. In onze achteruitkijkspiegel zien we de twee mannen grijnzend de buit verdelen, als een ware Bonnie en Clyde. Het gevoel dat we zowel gespaard als belazerd zijn, geeft wat verwarring.

Corruptie, een begrip dat het continent Afrika in zijn greep heeft, Malawi inclusief. Terwijl de voordeur van het kantoor der wegautoriteiten is behangen met anti-corruptiestickers, worden via de achterdeur steekpenningen aangenomen om zekere processen te versnellen. En laten we eerlijk zijn: netjes drie dagen in de rij staan voor een rijbewijs of een klus van een uurtje met een fooitje voor de agent, dat lijkt dat laatste meer op een win-winsituatie.

Waar gezaghebbenden corruptie graag afkeuren  ̶  door de lokale pastoor wordt het zelfs als één van de drie ‘social evils’ gepredikt, naast hebzucht en discriminatie  ̶  halen de meeste mensen er hun schouders over op. Zo gaat dat nu eenmaal.

De jaarlijkse Corruption Perceptions Index doet begin van dit jaar teleurstellende mededelingen. Zo is er weinig tot geen vooruitgang geboekt ten opzichte van eerdere jaren. En misschien nog wel schokkender: journalisten en activisten riskeren dagelijks hun leven om corruptie aan de kaak te stellen. Elke week wordt wereldwijd tenminste één journalist om deze reden vermoord, om er nog maar een schepje bovenop te doen.

De index schetst het weinig verrassende beeld dat Noord-Amerika, West-Europa en Oceanië nog steeds de braafste leerlingen van de klas zijn. Opvallend is echter dat Botswana, Namibië en Rwanda het vergelijkbaar en zelfs beter doen dan Spanje en Italië.

En hoewel de diagnose corruptie in Malawi eenvoudig te stellen is, een remedie is voorlopig nog niet in zicht. Degene die de meeste invloed kan uitoefenen, de overheid, lijkt er namelijk het meeste van te profiteren. Er heerst een symbiotische relatie tussen het electoraat dat steekpenningen aanneemt om personen op hoge posities te plaatsen en de betreffende personen die deze positie vervolgens misbruiken om er een financieel slaatje uit te slaan. Dat die zakcentjes niet worden betaald uit eigen zak, is overbodig om te noemen.

Hypocrisie ten top; we zijn dus al onderdeel van het systeem

Tijdens de rit terug naar ons dorp betrap ik mezelf op de gedachte dat we met het belonen van de Barmhartige Samaritaan de corruptie in stand houden. En dat terwijl we als brave burgers die drie dagen hebben staan wachten bij het loket voor ons Malawiaanse rijbewijs. Met al onze principes, niet bereid iemand iets toe te schuiven om het proces te versnellen. Hypocrisie ten top; we zijn dus al onderdeel van het systeem.

Mijn fantasie de vrije loop latend, bedenk ik me hoe ik dat straks in Nederland zal doen, als ik word aangehouden voor het fietsen zonder licht. Wat zal er gebeuren als ik ter plekke wat geld bied? Of als ik het over een andere boeg gooi: ‘zeg meneer de agent, ik werk in het ziekenhuis om de hoek, kan ik u wellicht een gratis consult aanbieden?’

Delen