Ongewijzigd beleid
‘Gezien de hoge zorgkosten vallen de nieuwe premies eigenlijk nog mee’, schreef NRC afgelopen weekend nadat de grote vier zorgverzekeraars hun premies voor de basisverzekering voor 2022 bekend hadden gemaakt. Een terechte constatering.
De premie van VGZ stijgt met € 8,20 weliswaar verhoudingsgewijs fors, maar ontloopt daarmee nauwelijks de nieuwe premiebedragen waarop de andere drie – Zilveren Kruis, Menzis en CZ – uitkomen voor de naturapolissen. Dat de stijgingen nog meevallen, heeft deels te maken met het feit dat de zorgverzekeraars een pandemiesubsidie van de overheid hebben gekregen, en deels met de nog beschikbare reserves die ze inzetten.
‘Zowel de pandemiesubsidie als de reserves van de zorgverzekeraars zijn eindig’
Toch is dat zinnetje van NRC ook te lezen als een waarschuwing aan ons allen. Zowel de pandemiesubsidie als de reserves van de zorgverzekeraars zijn eindig. De vraag naar zorg lijkt dit niet te zijn. Niet voor niets wijst Joep de Groot, bestuursvoorzitter van CZ, naar het recente rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Dit stelt dat de zorgkosten bij ongewijzigd beleid tussen nu en 2060 zullen verdriedubbelen.
De Groot vraagt daarom om scherpe keuzes van de politiek en die kunnen inderdaad niet uitblijven. Maar met politieke keuzes alleen komen we er niet. Als we willen voorkomen dat de premies de komende jaren ineens met tien of veel meer euro per maand gaan stijgen, moeten we als verzekerden ook zelf kritisch in de spiegel durven te kijken. Ongemakkelijk, want we zijn eraan gewend geraakt al die mogelijkheden die de zorg biedt te gebruiken zonder te hoeven nadenken over de consequenties van dat gebruik. Maar het zal wel moeten. Het begrip ‘ongewijzigd beleid’ heeft ook betrekking op onszelf.