Oordeel opschorten

Hoe moeten we het nieuws duiden over de mogelijke beïnvloeding van artsen door de farmaceutische industrie? Op Twitter overheersen twee duidingen: de bevestiging dat de farmaceutische industrie zijn zakken vult, of een poging van de zorgverzekeraars om de aandacht af te leiden van hun eigen gebreken. Beide reacties kunnen als waardeloos terzijde worden geschoven. Immers: zonder geneesmiddelen zouden veel mensen sterven of doodziek zijn. En VGZ doet met dit onderzoek gewoon wat een zorgverzekeraar hoort te doen: de belangen van zijn verzekerden bewaken.

Wat dan wel? Bestuursvoorzitter Tom Kliphuis van VGZ stelt terecht dat het kleine onderzoek een eerste indicatie is dat er mogelijk iets aan de hand is. Aan de ene kant lijkt dit inderdaad aannemelijk. Tegen Kliphuis’ opmerking: “Artsen zijn ook maar mensen en ze zijn te beïnvloeden”, valt weinig in te brengen. Aan de andere kant heeft internist Erik Stroes (AMC) ook een goed verhaal over de vraag waarom hij de VGZ-lijst aanvoert van internisten die het vaakst Praluent en Repatha voorschrijven: zijn afdeling fungeert vaak als last resort en trekt dus verhoudingsgewijs veel patiënten die baat hebben bij juist deze middelen. En bewijs maar eens dat dit níet de reden is waarom hij juist deze middelen voorschrijft. Hij doet het niet voor het geld in ieder geval, want wat hij verdient door klussen te doen voor de fabrikanten (respectievelijk Sanofi en Amgen), verdwijnt niet in zijn eigen zak maar komt ten goede aan het ziekenhuis.

Op dit moment is dus maar één conclusie mogelijk: het onderzoek moet landelijk worden opgeschaald. Kliphuis kaart dit aan bij Zorgverzekeraars Nederland en ook de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen zegt dit te wensen. Tot die tijd past niemand een oordeel. Maar uitgezocht moet het wel.

Tot zover voor nu, mijn kerstvakantie breekt aan. Mijn volgende blog leest u hier op maandag 2 januari.

Delen