Oplossingsgericht

Het is de toon die de muziek maakt. Dat merkte ik gisteren maar weer eens toen ik op Twitter las: Een op de tien Nederlanders mist sociaal netwerk voor zorg. Willekeurig is je eerste gedachte dan: wat een slecht nieuws. Zeker als het vergezeld gaat van een cartoon van Tom Janssen over de doe-het-zelf maatschappij. Maar direct daarop dacht ik: negen op de tien Nederlanders heeft dus wél een sociaal netwerk voor hulp en zorg. Genuanceerd nieuws maakt geen spannende krantenkoppen, dat snap ik. Maar toen ik die nuancering via Twitter deelde, lokte dat wel veel positieve reacties uit. “Best veel”, schreef iemand. En een ander: “Ja, valt me behoorlijk mee eigenlijk”.

Ieder(in) koos voor een ander standpunt, door te schrijven: “Een op de vijf heeft niemand in de omgeving die mantelzorg kan geven.” Maar dit is een onvolledige samenvatting van het SCP-rapport waarop het nieuws gebaseerd is, want het aantal van een op de vijf heeft specifiek betrekking op ouderen en mensen met een beperking. “Vier op de vijf gelukkig wel”, reageerde iemand meteen. En zo is het natuurlijk ook.

Niets aan de hand dus? Nee, die suggestie wil ik niet wekken. Het overheidsbeleid is erop gericht zo veel mogelijk zorgvragen in het informele circuit op te lossen. Wie geen sociaal netwerk heeft, heeft een probleem om hieraan invulling te geven. Maar de manier waarop sommigen het nieuws van het SCP naar buiten brengen, is wel symbolisch voor heel veel nieuws over de zorg. Het negatieve sentiment overheerst en daarmee schiet onder de streep niemand iets op. Ook niet degenen die kiezen voor deze insteek, want die leidt tot welles/nietes discussies die het gesprek over structurele oplossingen alleen maar in de weg staan.

Delen