Overblijvende partner
Het ouderdomspensioen krijgt door alle ontwikkelingen rondom de verhoging van de pensioenrichtleeftijd veel aandacht, maar het nabestaandenpensioen wordt daarbij vaak vergeten.
Afgelopen periode ontstond er discussie over de door het ABP aangekondigde wijziging in hoogte en opbouw van het nabestaandenpensioen; het grootste pensioenfonds van Nederland besloot de Algemene nabestaandenwet (ANW)-compensatie per 1 mei 2018 te laten vervallen als u als deelnemer na die datum overlijdt.
Bij uw overlijden kan uw partner onder voorwaarden recht hebben op een wettelijke uitkering van de overheid. Pensioenfondsen zoals het ABP maar ook PFZW vullen deze aan als uw partner geen of slechts een gedeeltelijke ANW-uitkering zou ontvangen. Het verdwijnen van de ANW-compensatie kan een (grote) achteruitgang van de nabestaandenvoorziening betekenen zolang uw partner de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt.
Het verschilt per fonds hoe het nabestaandenpensioen is geregeld
Het ABP heeft tegelijkertijd besloten dat u vanaf 2018 70 procent van uw ouderdomspensioen opbouwt aan nabestaandenpensioen. Dit is weer een vooruitgang ten opzichte van de oude regeling waar sprake was van gedeeltelijke opbouw op risicobasis. Daarbij werd geen potje opgebouwd, maar alleen het risico van overlijden verzekerd. Bent u van werkgever veranderd, dan is er geen partnerpensioen meer als u overlijdt. Dit in tegenstelling tot het deel van het nabestaandenpensioen dat op kapitaalbasis is verzekerd.
Het beeld dat uw partner na uw overlijden nog zo’n 70 procent van uw ouderdomspensioen ontvangt, is niet altijd correct. Het verschilt per pensioenfonds hoe het nabestaandenpensioen is geregeld. Het verlies van een dierbare is al zwaar en om te voorkomen dat uw partner na uw overlijden extra problemen krijgt, kunt u nu beginnen uw financiële situatie bij overlijden in kaart te brengen en daar waar nodig, passende maatregelen te treffen.