Patiënt als partner

De gezondheidszorg in Nederland is goed. Om deze kwaliteit te behouden en tevens de zorg betaalbaar te houden, is er al sinds 2012 vanuit de overheid de roep om substitutie van zorg. Zowel van de tweede naar de eerste lijn als van de eerste lijn naar de patiënt.

Substitutie vraagt om sociale en technologische innovaties. Bij sociale vernieuwing denken we vooral aan de inzet van de patiënt zelf en zijn mantelzorgers. Technologie brengt patiënten allerlei apparaten, apps en portalen, die met name gericht zijn op het monitoren van chronische aandoeningen. De ontwikkelingen op dit gebied gaan razendsnel.

Zorgverleners gaan nog te veel uit van de ziekte van de patiënt

Het rapport Eerste resultaten substitutiemonitor 2015 van Zorgverzekeraars Nederland laat zien dat substitutie nog niet voldoende van de grond komt. In mijn ogen komt dat onder meer doordat we bij de uitvoering een belangrijke speler over het hoofd hebben gezien, namelijk de patiënt. Zorgverleners gaan nog te veel uit van de ziekte van de patiënt, en te weinig van de patiënt als actieve partner in het behandelproces.

We spreken over patiëntgerichte zorg op maat, waarbij de patiënt centraal staat en medeverantwoordelijk is voor zijn behandeling. Maar als we de patiënt als partner en ook als professional willen zien, dan vraagt dat om een gedragsverandering van zowel zorgverlener als patiënt. Door samen met de patiënt te overleggen over de behandeling, kan deze hier een actieve rol in spelen en er verantwoording voor nemen. Dan kan de patiënt thuis, met sociale en technologische ondersteuning als professional omgaan met zijn aandoening.

Om de patiënten in de zorgdriehoek een volwaardige partij te laten zijn, moeten ze goede ondersteuning krijgen. Heeft de zorgverlener hierin een taak? Als u vindt van wel, dan kan VvAA daarin misschien ondersteunen. Wij horen het graag van u.

Delen